Om toch te voorzien in een stallingsmogelijkheid voor zijn koets op eigen terrein, is het voormalig pand
ter plaatse van het huidige poortje door de toenmalige eigenaar/bewoner van het belendende linker pand
burgemeester Willem de Vicq in 1871 gekocht en nadien in opdracht van hem gesloopt. Vervolgens is genoemd
poortje als toegang tot zijn terrein via de Rode Steen gebouwd. Bereikbaarheid van zijn erf via de Rode Steen
was niet mogelijk, evenals via het Achterom wegens toenmalige bebouwing aldaar. Het bakstenen poortje is
uitgevoerd in de grondvorm van de overige renaissance- en barokke poortvormen van de stad. Uitgevoerd in
rood-bruin metselwerk en rijkelijk voorzien van siermetselwerk van gele steen, is het poortje een waar
voorbeeld van het hoge peil van het metselambacht in die tijd.
De hardstenen stoep voor het poortje wordt omgeven door een smeedijzeren hek.
Zie foto 5.
Het poortje rechts van het pand.
Op de grens van de achtertuin die samenvalt met die van het Achterom staat nog het geveldeel van de begane grond van de voormalige bebouwing. De kozijnopeningen zijn daarvan dichtgezet. Stijlkenmerken wijzen op eclectische vormgeving ten tijde van 1860-1870.
Tuinmuur aan het Achterom.