Het koor

Het koor bestaat uit twee traveeën met gemetselde kroonlijsten en ligt aan de oostzijde van het bredere en hogere schip. Het heeft een driezijdige sluiting en dateert uit de 15e eeuw. In de zuidwandkomen een piscina-nis van rode Bremersteen en twee (gekoppelde) nisjes voor, waarop de letters A (Aqua = water) en V (Vinum = wijn) zijn aangebracht.
In de noorder koorwand komt een sacramentshuisje (sacristie) voor, waarvan de bekroning helaas verloren is gegaan.
De plint is van tufsteen, waarboven enige lagen moppen en voorts baksteen. De waterslag bestaat rondom het gehele gebouw uit rode Bremersteen.

De preekstoel

De eiken preekstoel dateert uit 1659. Zij vertoont op de gestoken friezen de namen van de makers: Pieter Claesz. Blocker K.M. en Pieter Janz. Roomboer K.M. en de letters C.P. Het achterschot is echter van veel jongere datum, midden 18e eeuw, uitgevoerd in Lodewijk XIV stijl. De kuip is ingelegd met ebbenhout en kussenpanelen.
De koperen lezenaar op de preekstoel is buitengewoon fraai, in Lodewijk XIV stijl. Zij wordt gehouden door een hand met manchet.

Doophek

De koperen doopboog in Lodewijk XIV stijl werd in 1748 geschonken door "Juffr. Marijtje Hoflandt. Deze boog behoort tot de mooiste van Noord-Holland en omvat naast de naam van de schenkster, aan de achterzijde een pelikaan die haar jongen voedt, boven een wapenschild. De voet van de doopboog vermeldt de naam van de gieter: "Joan Nicolaus Derck" en voorts "ME FECIT HORNAE AO 1748". Een koperen voorzangers lezenaar en een koperen kandelaar zijn op het doophek vastgezet. De lezenaar dateert uit 1675 - 1700, het koperen doopbekken dateert uit de 17e eeuw.

Aan de zuidmuur hangt een memoriebord voor de schenkster, gevat in een lijst in de vorm van de doopboog. Het bord vermeldt behalve het memorie-opschrift, o.a. de namen "Pieter Claesz (Mast) Anno 1748" en "gesneden door Dirck Kool".

De kronen, ook die in het schip, werden na de voorlaatste restauratie (1974) door enige gemeenteleden geschonken.