Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Prinses Margrietschool (3)

De Tweede Wereldoorlog en de naweeën daarvan

Voetbalshirts

De laatste keer dat de oudercommissie van de school vergadert voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is op 4 november 1939. Tijdens die bijeenkomst besluiten de ouders dat voor rekening van het schoolfonds tien voetbalshirts aangeschaft mogen worden voor het schoolteam, 'waarin zij met des te meer animo de eer van de school zullen verdedigen. Kleur en snit worden gaarne aan de smaak van de heer Penning overgelaten', staat er in de notulen. Kosten: tien tot twaalf gulden.

Klassefoto Prinses Margrietschool
Juf Boersma en haar klas, schooljaar 1940/1941 (foto www)

Door de oorlog is het niet mogelijk schoolreisjes te organiseren. Ook logeerpartijtjes in de vakanties zitten er niet in. Om de kinderen toch wat afleiding te bezorgen, organiseert de school in de kerstvakantie van 1941 verschillende activiteiten. In de oefenzaal van 'Kunst naar Kracht' worden projectiestroken vertoond en kunnen spelletjes worden gespeeld. Ook zijn er versnaperingen. Doordat de leerlingen zelf wat brandstof meebrengen, blijven de kosten beperkt tot een fooi voor de conciërge voor het stoken van de kachels.

Geen politiek

Als gevolg van mobilisatie en daarmee gepaard gaande bezetting van het schoolgebouw, gevolgd door de oorlog en de daaruit voortvloeiende maatregelen als verduistering, kunnen er lange tijd geen ouderavonden worden georganiseerd. De eerste ouderavond tijdens de bezetting is op 12 juni 1941. De procureur-generaal heeft toestemming gegeven voor deze bijeenkomst op voorwaarde dat niet over politiek gesproken zal worden. De ouders worden ontvangen in de gang, omdat het grote bovenlokaal nog steeds bezet is en de andere lokalen te klein zijn.

Op 18 mei 1942 is de laatste vergadering van de oudercommissie tijdens de oorlog. De commissie besluit dan geen geld meer op te halen voor het schoolfonds. Zo lang de bezetting duurt wil men zo weinig mogelijk geld in kas hebben. Een paar weken later is ook de laatste ouderavond tijdens de oorlogsjaren. In juli 1942 wordt het schoolgebouw op last van de Duitse bezetter ontruimd. Het gebouw wordt pas weer vrijgegeven in mei 1945. Het is dan totaal uitgewoond. Het herstel kost ca. vierduizend gulden.

Het duurt tot het voorjaar van 1946 voordat de situatie zover is genormaliseerd dat de vergaderingen van de oudercommissie en de ouderavonden kunnen worden hervat.

Verzet

Van twee personeelsleden van Gemeenteschool No. 1 is bekend dat zij betrokken zijn geweest bij het verzet. De eerste is de in Rotterdam geboren onderwijzer Abraham van den Berge. In zijn huis aan de Tweeboomlaan zit vanaf 1942 een joods echtpaar ondergedoken. De ander is Aaf Dell, die met haar vriendin Dieuw van Vliet in de conciërgewoning van het Waterschapshuis aan het Grote Oost woont. Daar zorgen ze, vrijwel onder de ogen van de Duitsers, voor een groep onderduikers.

Klassenfoto Juf Aaf Dell
Aaf Dell met klas 4, schooljaar 1946/1947 (foto www)

In november 1943 neemt Aaf Dell het op zich om een veilig onderkomen te regelen voor een joodse baby. Abraham van den Berge en zijn vrouw blijken bereid het kind in huis op te nemen. In december brengt Aaf Dell de baby in een postkarretje naar de Tweeboomlaan. Door een onvoorzichtigheid van een van de volwassen onderduikers komen de Duitsers te weten dat de familie Van den Berge joden verborgen houdt. Op 10 februari 1944 worden Aaf Dell en Abraham van den Berge op school gearresteerd door de Sicherheitdienst. Ook het joodse echtpaar wordt opgepakt.

De echtgenote van Abraham van den Berge, Bets Sjerp, vlucht met haar kinderen en de baby naar een onderduikadres. Aaf Dell belandt in het vrouwenkamp Ravensbrück en Abraham van den Berge in Buchenwald, waar hij op 7 maart 1945 sterft. Aaf Dell overleeft het kamp en komt op 2 juni 1945 terug in Hoorn.

Gedenkplaat A. v.d. Berge
Gedenkplaat in de Prinses Margrietschool ter nagedachtenis aan de heer A. van den Berge (foto VOH)

In 1947 wordt in het schoolgebouw aan de Johan Messchaertstraat een plaquette aangebracht ter nagedachtenis aan Abraham van den Berge.

Baldadigheid

Dat er door de oorlog iets in de samenleving is veranderd, wordt geïllustreerd door de voordracht die politiecommandant Feenstra tijdens de ouderavond van 11 april 1949 houdt. Zijn onderwerp is 'de baldadigheid van de jeugd'. Hij begint met de geruststelling dat de leerlingen van School No. 1 niet baldadiger zijn dan die van andere scholen, maar wel dat er meer vandalisme is dan voor de oorlog.

Als oorzaken noemt hij de oorlog, de slechte woonomstandigheden en het schoolverzuim. Maar er is meer aan de hand. Volgens de heer Feenstra is er sprake van zedenverwildering. Jongelui beneden de achttien jaar dansen in cafés. Dat is verboden is, maar toch gebeurt het. Ook bioscoopexploitanten overtreden de wet door te jonge bezoekers toe te laten. Verder wijst de politiechef erop dat particuliere bibliotheken pornografische boeken uitlenen en dat drankmisbruik, diefstal en ontucht toenemen.

Feenstra besluit zijn betoog met de enigszins geruststellende woorden dat de politie 'naast de politionele taak wat betreft de bestraffing van delicten, toch steeds een open oog behoudt voor de omstandigheden van het kind, en liever in overleg met de ouders tracht het kind van zijn baldadige of misdadige praktijken af te brengen door het te helpen zijn weg te vinden om in deze verworden wereld.'

Personeel Prinses Margrietschool Hoorn
Het team van de Prinses Margrietschool ca. 1955, v.l.n.r. mw. Beets, dhr. Veldhorst, onbekend, dhr. Alkema (hoofd), mw. Van Hees en dhr. Kaptijn (foto www)