Ja, het is een controversieel onderwerp: het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen op de Roode Steen. De meningen lopen uiteen. Van felle criticasters die vastbesloten zijn om het beeld te laten weghalen tot personen die zich afvragen waarom eigenlijk al die ophef gemaakt wordt: het verleden kun je niet wegstoppen, het beeld is een mooi middel om het over het verleden te hebben, juist ook over de schaduwkanten. Moet je vanwege die tegenstellingen een dergelijk onderwerp daarom maar mijden binnen de vereniging Oud Hoorn? Moet je het maar niet benoemen om te voorkomen dat er tweespalt binnen de vereniging ontstaat? Als bestuur hebben we hier een duidelijke mening over. We willen graag weten wat er op dit niveau leeft onder de leden, zodat we als vereniging een genuanceerde mening, na raadpleging van de leden, in het stedelijk debat kunnen inbrengen.
Het kwartaalblad van de vereniging is natuurlijk hét middel om het onderwerp aan te snijden, er over na te denken en er een mening over te vormen. Moet het beeld blijven zo het is? Moeten er extra aanpassingen gedaan worden? Moet het beeld verplaatst worden? Moet het beeld geheel verdwijnen? Kortom, de leden mogen zich uitspreken en hun mening geven. Voor een juiste beeldvorming volgt hieronder een klein stukje geschiedenis.
Van onder-koopman tot gouverneur-generaal
Jan Pieterszoon Coen werd in 1587 in Hoorn geboren en in Rome opgeleid tot boekhouder. Hij begon zijn carrière bij de VOC als onder-koopman en schreef vanuit die functie een kritisch rapport over in zijn ogen mankementen van de VOC. Prompt werd hij benoemd tot directeur-generaal met een duidelijk doel: het versterken van de positie van de VOC in het Verre Oosten. In 1617 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal en vooral bekend vanwege zijn verovering van Jacatra, wat later Batavia ging heten. In eerste instantie was Coen een gevierd man, maar een gruwelijke moordpartij op het eiland Banda, waarbij volgens schattingen 15.000 mensen de dood vonden, riep de nodige vraagtekens op. Het bestuur van de VOC, de Heeren XVII, riep Coen op het matje omdat men vond dat hij te ver was gegaan. Maar de kritiek ging niet diep, hij kreeg evengoed een mooie bonus. Het bestuur bleef Coen steunen, want hij gold als een goed bestuurder. Coen zelf verklaarde zijn handelen met de volgende woorden. “We kunnen geen handel drijven zonder oorlog, maar dispereert niet, ontzie uw vijanden niet, want God is met ons”. ‘Dispereert niet’ betekent zoveel als ‘wanhoop niet’, deze uitspraak staat ook op de sokkel van het standbeeld.
Lovende woorden en kritiek
Bij de plaatsing van het standbeeld op 20 mei 1893 zijn er lovende woorden, ‘Hoorn is een teken rijker geworden van haar grote verleden’, schrijft de NRC bijvoorbeeld. Weekblad De Amsterdammer is kritischer, maar schrijft ook: ‘het is de vraag of Coen, bij minder voortvarend en zachtzinniger optreden zijn doel zou hebben bereikt en Nederland thans nog onder de koloniale mogendheden een belangrijke en eervolle plaats zou innemen’. Echt kritische geluiden komen in die tijd ook, van verschillende historici: ‘er kleeft bloed aan zijn handen’.
Hierna is het tientallen jaren betrekkelijk stil rond het standbeeld. In de jaren zestig wordt het beeld eens beklad en bij de herdenking van de 400ste geboortedag van Coen zijn er protesten bij het beeld. Een Molukse kunstenaar overhandigt de aanwezige prins Claus dan een bundel met de wandaden van Coen. In de jaren negentig van de vorige eeuw publiceert plaatsgenoot Dirk Beemster een gedichtenbundel met behoorlijk kritische inslag, ‘de regenten van heden doen alsof ze van niets weten van het verleden, ze vieren feest, slaan heftig aan het jubileren, maar de kern van de zaak schijnt ze niet te interesseren’. Van de bundel worden slechts 25 exemplaren verkocht, veel aandacht krijgt Beemster er (nog) niet mee.
Een nieuwe tekst
Eric van de Beek begon in 2011 een burgerprotest met de website verbeterdebuurt.nl waarin hij pleit voor het vervangen van het beeld van Coen. Hij krijgt er de nodige positieve aandacht van de burgers én de gemeenteraad door. Na discussie besluit de raad in 2012 om een nieuwe tekst op de sokkel van het standbeeld te plaatsen waarop ook de slechte kanten van Coen worden genoemd. Twee maanden na dit besluit viel het beeld overigens letterlijk van zijn sokkel, door toedoen van een hijskraan die een kermisattractie weghaalde. Uiteindelijk kiest de gemeente ervoor het beeld te restaureren en terug te plaatsen. In hetzelfde jaar organiseert het Westfries Museum een tentoonstelling waarbij Jan Pieterszoon Coen als beklaagde in een rechtszaak staat. Twee derde van de bezoekers vindt dat het standbeeld moet blijven staan. Bij een herdenking voor alle slachtoffers aan het Nederlandse kolonialisme in onze geschiedenis worden er in 2013 duizenden waxinelichtjes op de Roode Steen rond het beeld ontstoken.
Stadsgesprekken
De gemeente heeft toegezegd na de zomer ‘stadsgesprekken’ over racisme en uitsluiting te houden. Dat is een uitwerking van een afspraak binnen de coalitie. In het kader van het feit dat het 1 juli aanstaande 150 jaar geleden is dat de slavernij werd afgeschaft, laat het gemeentebestuur hun rol in de tijd van slavernij onderzoeken. Dat moet leiden tot wetenschappelijk onderbouwde informatie waarna de coalitie in gesprek zal gaan met de gemeenteraad en de inwoners. De stadsgesprekken zijn mede geïnitieerd na een heftige demonstratie in 2020 waarbij politiemensen en -paarden gewond raakten. De rellerige sfeer van die demonstratie leek overigens weinig met het onderwerp te maken te hebben, corona-beperkingen des te meer. Het college van B&W noemt de verwerking van de gesprekken een ‘inclusiviteitsbeleid’.
Wat doen we ermee?
Kortom, het is nu aan de leden van Oud Hoorn om een mening te vormen en kenbaar te maken. Het bestuur kan daar dan weer verder mee. Met de uitslag van deze enquête zal een mening in de discussie gegeven worden. Bijvoorbeeld: 60 % wil JP Coen laten staan, 20% heeft geen mening, 10% wil hem op een andere locatie en 10% wil hem weg hebben. Daarmee communiceer je als bestuur een genuanceerde mening vanuit de vereniging. Waarmee je laat zien dat Oud Hoorn ook uit een groep mensen bestaat.
De poll kunt u slechts eenmaal invullen en vindt u hier
Het coen-dossier van het Westfries Museum staat hier