Het onderstaande stuk is een zgn. insinuatie. Het is geen notariële getuigenverklaring zoals
een attestatie. Bij een insinuatie gaf de insinuant opdracht aan een notaris zich naar de tegenpartij
in een geschil te begeven om deze mondeling of schriftelijk een bepaalde aanzegging te doen. Het ging
meestal om een officiële verklaring dat de ander (de geïnsinueerde) verzuimd had een zekere
verplichting na te komen, met het verzoek dit alsnog te doen. In feite kwam een insinuatie neer op een
aanzegging van een vordering, want wanneer de tegenpartij in gebreke bleef, kon de notaris hem of haar
middels een zogenaamde ‘protestatie’ aansprakelijk stellen voor alle geleden schade.
Insinuatie en protestatie hoorden daarom nauw bij elkaar.
De notaris kon ook worden gevraagd om met behulp van een insinuatie in meer algemene zin iets bij de
geïnsinueerde voor elkaar te krijgen. Dit laatste kwam bijvoorbeeld van pas bij beledigingen. De
notaris vroeg de geïnsinueerde dan, of hij of zij de gewraakte belediging had geuit en of hij of
zij er nog steeds achter stond. Zo ja, dan zou een rechtszaak volgen. (Aries van Meeteren - Op hoop
van akkoord, 2006).
(De onderstreepte woorden worden aan het slot verklaard.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
De transcriptie van de tekst wordt voortgezet onder de afbeelding.)
p. 1
Op huijden den 23 Maert anno 1703 hebbe ick
ondergesz. Jan Munt, openbaer bij den Hove
van Hollandt geadmitteerde notaris, binnen
de stad Hoorn residerende, mij met de
naergenoemde getuijgen uijtten naem
ende vanwegen Koert Lulofsz out backer
alhier, getransporteert ende vervoegt
ten huijsen ende aen de persoonen van
Jan Reijndersz Antinck herbergier
en Cornelis Kleijn burgers alhier,
ende aen deselve gedaen de volgende
insinuatie ende protestatie.
Alsoo tuschen den 21 en 22 deser des
nagts soo als de rotsgesellen van de
Luijtenant Avenhorn en Sergeant
Klinkhamer in de Oude Doelen binnen
dese stadt de reeckeninge van de boete
hadden opgenomen ende aldaer
vroolijck waren gijlieden geinsinueerdens
hem insinuant hebt betigt van
diefstal dat hij een tinnen kan
en een dubbelt bierglas uijt de Doelen
medegenomen en gestolen had
waerop twee mannen van 't rot
na des insinuants huijs sijn gegaen sijn vrouw
van 't bed hebben geklopt, en tot sijn
huijse gewagt tot dat hij tuijs quam
alswanneer deselve den insinuant gelasten
over de voorsz diefstal met haer
p. 2
wederom te gaen na de Doelen 't welk
door hem insinuant gedaen sijnde, wierd hem
de voorsz diefstal opgestreden en daer
in de Doelen twee dienaers van de
justitie gebragt, daer mede de insinuant
in presentie van 't rotsvolck wierde gedreijgt
alles voortkomende uijt het on-
waeragtich voorgeven en versiercel
van ulieden geinsinueerdens: welcke
atroce injurie den insinuant ter
herten genomen hebbende, doet
ulieden geinsinueerdens door ons notaris
en getuijgen afvraegen, of gijlieden
alsnoch persisteert dat den insinuanten
de voorsz kan en glas soud hebben
gestolen, dan of gijlieden uijt onkunde
of andersints sulx tegens de waerheijt
hebt opgestreden protesterende
van atroce injurie alle kosten
schaden en interessen honorabel ende
profitabel te beteren soodanich als
hij insinuant te rade sal worden te
institueren. Versoeckende hierop
antwoort, daer op antwoorde Jan Reindersz
ick weet er niet van, en Cornelis Kleijn antwoorde
ick heb het niet gesien, ik ben uijt order van de
luijtenant gesonden om Koert Lulofsz te halen.
Aldus gedaen in Hoorn ter presentie van Frederick
Hockelinck ende Gerrit Visscher als getuijgen hiertoe versocht
Ondergetekenden
Frederick Hocklinge
Gerrit Visscher
Mij present
Jan Munt
Notaris Publicq
Woordverklaringen
atroce injurie - grof onrecht, grove belediging
atroce - grof, gruwelijk
geinsinueerde - degene die aangezegd wordt
honorabel - eerzaam
injurie - onrecht, belediging, beschimping, krenking van eer
insinuatie en protestatie - aanzegging van een vordering en in gebreke stelling of aansprakelijk stelling voor geleden schade
insinuatie - officiële aanzegging van een vordering; gerechtelijke aanzegging
insinuant - degene die aanzegt
persisteren - volhouden
rot - afdeling soldaten
rotsgesellen, rotsvolck - behorende tot een rot
protestatie - openlijke betuiging of plechtige verzekering; aansprakelijk stelling; in gebreke stelling
Bron
Westfries Archief, Hoorn
Toegangsnummer 1685
Oud Notarieel Archief
Hoorn
Notaris Jan Munt
inv. nr. 2286
Transcriptie gemaakt door Frans Kwaad,
24 mei 2011