Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 77

… waren 1 – er bleven er slechts ongeveer 70, die aan allerlei kwellingen blootstonden – trachtte Velaer steun te vinden bij de Kabeljauwsche regeering van Amsterdam en stond zijn aanspraken op het schoutambt te Hoorn af aan den edelman Jan van Egmond, „Manke Jan” bijgenaamd. Tweemaal poogde deze Hoorn bij verrassing te nemen. In Februari 1479 verzamelde hij in alle stilte troepen op Marken, maar een hevige storm belette hem uit te zeilen. De Hoornschen waren inmiddels op de hoogte gebracht en konden zich mede door krachtigen steun uit de omliggende dorpen, op verdediging voorbereiden. Acht dagen later begaf van Egmond zich echter inderdaad op weg en landde in de buurt. Pas toen de aanvallers op hun stormladders omhoog gingen, vertoonden zich de waakzame belegerden en sloegen den aanval af. 2

De Hoornsche magistraat zond naar aanleiding van dezen overval een scherp verwijt aan die van Amsterdam wegens den steun in die stad aan Van Egmond verleend, waarop Amsterdam grimmig riposteerde, dat het dit verwijt zou noteeren en nimmer vergeten. 3

Maximiliaan begreep dat het voor het prestige van de landsregeering noodig werd, het bewind weer krachtig te voeren en de onrust, die overal heerschte, te beëindigen. Daarom zond hij in 1480 zijn stadhouder Joost van Lalaing, graaf van Hoogstraten en heer van Montigny, aan de doorluchte Brederodes verwant, naar Hoorn om een verzoening tot stand te brengen. Deze bracht met zich mee al de verbannen magistraten, behalve schout Velaer, die zich nog niet dorst te vertoonen. De Hoeksche regeering liet ze toe, nadat ze, knielende op den Rooden Steen, plechtig beloofd hadden nooit meer naar eenig stedelijk ambt te dingen of zich daartoe te laten benoemen. 4 Erg gemeend waren die beloften niet. Er ontstond al dadelijk twist tusschen de stedelijke regeering en Volkert Clement c.s., welk geschil aan den Raad van Holland werd voorgelegd. 5

Vrij zeker hebben de stadhouder en de Raad van Holland dit verzet gesteund, want in October 1480 worden vroegere beloften van uitgewekenen nietig verklaard door Lalaing. 6

1 Naar Amsterdam. (Ter Gouw III. p. 133).
2 Kroon en Kapteyn, p. 26.
3 Ter Gouw, Geschiedenis van Amsterdam III. 137.
4 J. J. Doesburg. West-Friesland's hoofdstad. p. 16; Inv. G. A.: regest., No. 925 noemt Jacop Symonsz een oud-burgemeester uit 1476 en 22 andere uitgeweken poorters.
5 Inv. G. A.: regest, No. 926.
6 Inv. G. A.: regest, No. 932.