De ovaalvormige gevelsteen van dit voormalig spuithuisje toont een van de Griekse letter tau afgeleide
vorm. De steen is nieuw geplaatst tijdens de restauratie van het gebouwtje en de belendende Oosterkerk.
Een dergelijk teken is ook aangebracht op een van de gewelfknopen van de naast het spuithuisje staande
Oosterkerk. In de christelijke catacomben stond het tau-teken voor de belofte van eeuwig leven. Ook
was de tau als kruisvorm, afwijkend dus van het Latijnse kruis, als christelijk zinnebeeld in zwang
bij de woestijnkluizenaar en abt Sint Antonius (251-356) en zijn kloostergemeenschap in Egypte. Een
van zijn persoonlijke attributen was de “tau-staf”. Waarschijnlijk werd deze zo genoemd
vanwege zijn min of meer T-vormige boveneinde, gebruikelijk bij een oosterse abtsstaf. Sint Antonius
is de schutsheilige van de Oosterkerk en dit verklaart de binding van deze kerk met het tau-teken. De
tau als kruisvorm, met een belletje of klokje eraan hangend, was ook het symbool van de Kannerorde van
Aragón (Spanje). Deze werd verleend aan edellieden, die tijdens de kruistochten in de middeleeuwen
het Heilige Land hadden bezocht en de gevaarlijke tocht naar het Catharinaklooster aan de voet van de
Sinaï hadden volbracht. De orde is te vergelijken met de Duitse Orde en de Franse Orde der Tempeliers.
In de heraldiek wordt deze kruisvorm een Sint Antoniuskruk genoemd.
Een ander attribuut, weliswaar niet van Sint Antonius persoonlijk, maar van de in 1095 gestichte en
naar hem vernoemde Antonietenorde, was het varkentje. Dit hield verband met de gewoonte van de orde
om varkens vrij in de straten rond te laten lopen.