Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens

Gevelstenen in de binnenstad

Hoofd 3

Het verband tussen de naam in de steen van Hoofd 3 en het pand zelf is tot nu toe onbekend. Het pand stond in recentere tijd ook wel bekend onder de naam “De Herberg”,waarvoor in ieder geval in de jaren van 1888 tot 1932 drankvergunningen bekend waren.

Wat de functie van het pand vóór 1888 was is onbekend. Wellicht was het al een herberg, ook gezien de naam “'s Lands welvaren” die voor een havenherberg niet vreemd is. In 1932 was Roel Wormsbecher hier de laatste kastelein. Roel Wormsbecher werd ook wel ‘de Otter’ (of Utter) genoemd en was tevens IJsselmeervisser. De naam Otter kwam volgens J. van Lennep overigens ook meermalen voor als naam voor een herberg of smalherberg. Hij noemt bijvoorbeeld een herberg in Dendermonde die “De Otter” heette. Een smalherberg noemt men tegenwoordig een kroeg. ‘Smal’ betekent hier gewoon ‘klein’; men vindt het nog terug in het woord ‘smaldeel’ (gedeelte van een vloot). In het engels heet een kroeg een small public house. De uitdrukking ‘'s lands welvaren’ is een term die vooral opgang deed in de welvarende gouden eeuw.
Zie verder Bijlage 14.

 

Bijlage 14

“'s Lands welvaren” is vooral een algemene uitdrukking van de (materiële) voorspoed en tevredenheid in die dagen. Zij kon vaak worden aangetroffen op gevels van allerlei gebouwen waarvan de functie in verband stond met nering en handel. Opvallend is dat zowel boerderijen als herbergen in nogal eens met deze uitdrukking waren getooid, in het eerste geval vaak vergezeld van uitbeeldingen van landbouwproducten en bij herbergen doorgaans voorzien van een afbeelding van zeilende koopvaardijschepen. Waarschijnlijk betekent de uitdrukking bij een boerenbedrijf slechts, dat de boer zijn voorspoed en welvaart wilde weerspiegelen. In het geval van een herberg wilde de herbergier waarschijnlijk laten zien dat hij borg stond voor een (schijnbaar) zorgeloos en royaal vertoeven in zijn nering, in de sfeer van een tekst op een deur van een Haarlemse herberg en vermeld door J. van Lennep: “De welvaart van het Land wil ons de hemel geven”.