In de borstwering van de tweede verdieping van dit pand bevindt zich de steen “De gekroonde
Eikel”. Hoewel de relatie van deze steen met de plaatser of met het gebruik van dit huis als
drogisterij (van 1900 tot 1978) onbekend is, zal de symboliek of de religieuze betekenis van de eikel
toch wel een rol in de geschiedenis van dit huis hebben gespeeld. De eik gold in de Germaans-Scandinavische
en Keltische cultuur als zinnebeeld voor leven, vruchtbaarheid en onsterfelijkheid. Gezien deze symboliek
zou gedacht kunnen worden aan het huis van een heelmeester die namens de overheid of het heelmeestersgilde
toezicht uitoefende op de verrichtingen van vroedvrouwen of wellicht vroedvrouwen opleidde, maar tot
nu toe vermeldt de geschiedenis daar niets over.
De eik stond voorts voor kracht, bescherming, duurzaamheid,
waarheid en moed. Bij de zuidelijke Germaanse stammen was de eik aan Donar of Thunar gewijd, evenals
bij de Scandinavische Germanen die deze god Thor noemden. Thor was de god van de bliksem en de donder,
de wind en de regen, het weer en de groei van gewassen. De eik was zijn levensboom.
Zie verder Bijlage 15.
De Germanen hielden hun (ge)dingen op plaatsen met eikenbomen, de zoge-naamde (ge)dingplaatsen.
Hier vertegenwoordigden de stamoudsten hun achterban bij het bepalen van beleid en het spreken van
recht. In ons huidige taalgebruik is dit nog terug te vinden in begrippen als “rechtsgeding”,
“in het geding zijn” en “bedingen”. In Noorwegen heet de volksvertegenwoordiging
nog steeds Storting; letterlijk vertaald groot(volks)geding (stor = groot).
Bij de Kelten van Gallië (Frankrijk) was er niets heiligers dan een eikenboom met maretak in zijn
kruin. Ook zij kozen eiken als decor voor hun rituelen waarbij zij tevens eikenloof en eikels gebruikten.
In feite werd in elke Europese historische samenleving de eik als de verblijfplaats van de god van
bliksem en donder beschouwd, en daarom als heilige boom. In het oudste Europese cultuurcentrum, de stad
Dodone te Epeiros, bevond zich een orakel van Zeus (Jupiter bij de Romeinen) waar het ruisen van de
bladeren beschouwd werd als Zeus' stem. Een Romeins burger ontving een krans van eikenloof als hij een
medeburger in een veldslag het leven had gered. De Romeinse dondergod Jupiter leeft voort in onze
donderdag (Thunarsdag), dat niets anders is dan de vertaling van het Latijnse dies Iovis (dag
van Jupiter).
De eik is ook een christelijk zinnebeeld; het is het symbool voor Christus als schenker van kracht in
tegenspoed en voor standvastigheid, vertrouwen en deugden. Het hout van de eik werd genoemd als het
hout van het kruis, evenals overigens dat van de hulst en de esp. De vestiging op dit adres van een
looierij, waar men looizuur uit eikenschors gebruikte, moet op historische gronden worden uitgesloten.
Het centrum van het looien bevond zich tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw altijd aan het
Scharloo/de Varkensmarkt.