In de top van de gevel bevindt zich een steen met een fraaie afbeelding van een koe. Willem IJsbrantsz.
Bontekoe heeft hier gewoond. In de wandeling werd hij ook wel Willem in de Bontekoe genoemd. De vader
van Willem Bontekoe heette IJsbrant Decker. Hij had een herberg ‘daar de Bonte Koe uithing’,
‘staande en gelegen binnen deze stadt op de Zuidhoek van de Italiaanse Zeedijk bij 't Hoofd’
(op de plaats van “De Volendammer”), zoals een verkoopakte uit 1732 vermeldt.
Ook
verkoopakten uit 1738, 1741 en 1750 verbinden dit adres met de naam Bontekoe. De Hoornse geschiedschrijver
C.A. Abbing schrijft onder meer: ‘Dan maakte Brandt hem welligt opmerkzaam (…) op de
voormalige woning van Bontekoe bij het Hoofd’.
Zeker is dat de familie Bruinvisch eigenaar is geweest van Veermanskade 15. Bontekoe is gehuwd geweest met een Bruinvisch. Bontekoe voer als schipper in dienst van de VOC onder andere op Oost-Indië. Hij is tot op de dag van vandaag vooral bekend gebleven door het jeugdboek De scheepsjongens van Bontekoe, geschreven door Johan Fabricius. In dit avonturenboek verhaalt de schrijver aan de hand van het scheepsjournaal van schipper Bontekoe de spannende lotgevallen van de bemanning nadat haar schip in 1619 tijdens de reis naar de Oost in de lucht gevlogen was. Hajo, Padde en Rolf, de drie scheepsjongens die een belangrijke rol in het verhaal spelen, staan als beeldengroep nog steeds bij de Hoofdtoren, starend overzee, de horizon afzoekend naar schepen die met nieuwe avonturen van verre oorden terugkeren.
In De Uithangtekens in verband met Geschiedenis en Volksleven beschouwd van Van Lennep en
Ter Gouw is op een hierbij afgedrukte afbeelding van deze gevelsteen behalve de koe aan de horizon nog
een molen, een kerktoren en enige andere bebouwing te herkennen.
Hiervan is op de huidige steen niets te zien. Indien de weergave in het boek juist is, is mogelijk dat
dit beeld onder een later aangebrachte verflaag (of verflagen) nog steeds aanwezig is.