Het wapen van Hoorn is bevestigd door de Hoge Raad van Adel op 26 juni 1816.
De beschrijving luidt als volgt: “Van zilver, beladen met een hoorn van keel (rood), geringd van
goud, geband van lazuur (blauw), met gouden kwasten, het schild van achteren vastgehouden door een
zittende Eenhoorn van keel (rood), gehoornd, gemaand, gebaard, gevlokt en gestaart van goud”.
De oudst bekende afbeelding van het wapen van Hoorn op een stadszegel dateert van 1361 en toont een
jachthoorn in een schild. De eenhoorn, vanouds bekend als een ontembaar fabeldier waaraan bijzondere
krachten werden toegekend, verschijnt voor het eerst als schildhouder op een steen in de gevel van de
(oude) Oosterpoort in 1538; het wapen van Hoorn wordt hierop geflankeerd door twee staande eenhoorns.
Deze eenhoorns, die ook voorkwamen in het wapen van de bisschop van Utrecht, symboliseerden het
geestelijk gezag van de kerkvorst. Tegen het einde van de 16e eeuw is de stad Hoorn een zittende eenhoorn
als schildhouder gaan gebruiken.
De eenhoorn is onder andere terug te vinden in de gevel van het Sint Pietershof, op de Hoofdtoren, op
de banpaal aan de Walingsdijk en op de replica van een banpaal voor het politiebureau.
De gemeenteraad van de gemeente Hoorn, sinds 1979 bestaande uit de voormalige gemeenten Hoorn en Zwaag en het dorp Westerblokker, besloot op 13 februari 1979 het wapen van de opgeheven gemeente Hoorn ongewijzigd te handhaven.
Bij raadsbesluit van 13 februari 1979 is ook de vlag van de gemeente Hoorn officieel vastgesteld. De vlag bestaat uit drie horizontale banen van rood, wit en rood. De oudst bekende afbeelding komt voor op een schilderij van Hendrick Cornelisz. Vroom uit 1622: gezicht op Hoorn van de zeezijde. Er zijn ook afbeeldingen bekend van deze vlag met op de witte middenbaan een rode hoorn. Deze versie is echter in onbruik geraakt.