Geboren: 2 december 1891 in Boven-Knipe.
Gestorven: 9 november 1967 in Hoorn.
Zoon van Jan de Haan en Attje Machiels van der Wijk.
Getrouwd: 15 november 1916 in Nibbixwoud met Trien (Trijntje) Zwagerman.
Beroep: smid, (stoom)machinist.
Adressen in Hoorn:
1924-1927 Venenlaan 122
1927-1929 Drieboomlaan 190
1929-1930 Drieboomlaan 174
1930-1932 Gouw 20 (rood)
1932-1933 Ramen 22 boven
1933-1935 Achter op 't Zand 4
1935-1937 Grote Oost 61
1937-1967 Noorderstraat 12
Beroep:
Machinist bij verschillende fabrieken in Leeuwarden, 1916-1924.
Machinist bij Gemeentelijke Gasfabriek in Hoorn, 1924-1948.
Machinist bij rioleringsgemaal Westerdijk in Hoorn, 1948-1955.
Functies:
Secretaris vakfederatie Plaatselijk Arbeids-Secretariaat, 1929-1933.
Bestuurslid Nieuw-Malthusiaanse Bond afdeling Hoorn, 1933-1940.
Bestuurslid/secretaris Antifo-Comité Noord-Holland Noord, 1932-1933.
Bestuurslid Comité van Verweer tegen Reactie, Fascisme en Dreigend Oorlogsgevaar, 1933.
Lid van KP
Lid bewakingsteam De Krententuin, 1945-1946G
Bart de Haan was de oudste zoon in het gezin van koperslager/smid Jan de Haan. Net als zijn grootvader
en vader bekwaamde hij zich in het smidsvak. Toen de stoommachine steeds meer in gebruik kwam,
werkte hij zich op tot machinist.
Zijn geboortedorp De Knipe maakte deel uit van de gemeente Schoterland, ten oosten van
Heerenveen. In dit kiesdistrict had het socialisme stevige wortel geschoten en werd in 1888 de grote
voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis in de Tweede Kamer gekozen. Ook Jan de Haan en zijn
twee oudste zoons raakten begeesterd door het socialisme. In tegenstelling tot zijn vader, die
aanhanger was van het 'vrije', niet-parlementaire socialisme (anarchisme), werd Bart al op
minderjarige leeftijd lid van de sociaaldemocratische SDAP en de linkse vakfederatie Nationaal
Arbeids-Secretariaat (NAS).
Na zijn diensttijd zocht hij het werk elders op. In Noord-Holland legde hij, dankzij ervaring met het
opwekken van veengas, brongasinstallaties aan bij West-Friese boeren. Op een van de kermissen
liep hij de Hauwerter boerendochter Trien Zwagerman tegen het lijf. In 1916 trouwden ze en
verhuisden ze naar Leeuwarden, waar Bart stoommachinist werd bij verschillende fabrieken. Als
gezinshoofd had hij niet alleen de zorg voor zijn vrouw en een pasgeboren dochtertje, ook nam hij na
de scheiding van zijn ouders zijn moeder, jongste broer en jongste zus in huis.
Inmiddels had hij de SDAP vaarwel gezegd en zich aangesloten bij de links-libertaire Socialistische
Partij. Een toespraak van de bekende revolutionair Henk Sneevliet in Leeuwarden zette hem op een
nieuw politiek spoor - het revolutionair-socialisme - dat hij eind jaren twintig zou omarmen.
Omdat zijn vrouw Trien heimwee had naar West-Friesland, solliciteerde Bart met succes op een
vacature van machinist bij de Gemeentelijke Gasfabriek. In november 1924 verhuisde het gezin naar
Hoorn waar het voorgoed zou blijven wonen.
Zie biografie Trien de Haan-Zwagerman.
In Hoorn vertegenwoordigde Bart samen met Trien in de jaren dertig het radicaallinkse gedachtegoed.
Terwijl Trien in de nieuwe Revolutionair-Socialistische Partij (1929) onder leiding van Henk Sneevliet
een landelijke rol ging spelen, was Bart actief in de lokale afdeling. Ook was hij betrokken bij de
oprichting van een plaatselijke afdeling van de linkse vakfederatie NAS, namens de Federatie van
Personeel in Openbaren Dienst.
De revolutionair-socialisten, die nimmer in de gemeenteraad kwamen maar in Hoorn wel de
communisten veruit de baas waren, stonden bekend om hun activisme. Met grote regelmaat
probeerden ze de gemeenteraad te porren voor voorstellen om de positie van armen en werklozen te
verbeteren. Ook organiseerden ze regelmatig politieke bijeenkomsten, waarbij partijleider Sneevliet
geregeld kwam opdagen.
Bart was daarnaast betrokken bij linkse samenwerkingsverbanden in Noord-Holland Noord zoals het
Antifo (Comité Anti-Fascisme en Oorlog) en het daaruit voorvloeiende Comité van Verweer tegen
Reactie, Fascisme en Dreigend Oorlogsgevaar. Al vanaf begin jaren dertig waarschuwden de
revolutionair-socialisten tegen de armoedepolitiek van Colijn, het opkomend fascisme en de dreiging
van Hitler en consorten. Een nieuwe oorlog dreigde, voorspelden ze en tien jaar later kregen ze gelijk.
In 1993 werd Bart getroffen door het ambtenarenverbod op het lidmaatschap van linkse organisaties.
Het verbod gold rijksambtenaren, maar werd overgenomen door lokale overheden. Hij moest de
deelname aan de partij en de vakfederatie neerleggen. Ondanks deze restricties bleef hij zich
heimelijk, onder de schuilnaam B. Jansen, inzetten voor diverse linkse organisaties.
Ook in het Hoornse verenigingsleven was hij zeer actief. Hij was lid van de damvereniging, stond aan
de basis van de bedrijfsvoetbalclub De Lichtbron, die evenwel maar korte tijd bestond, en nam actief
deel aan de Friese Vereniging in Hoorn waarvoor hij regelmatig toneelrollen vertolkte.
Op maatschappelijk gebied was hij samen met zijn vrouw in 1933 medeoprichter van de afdeling
Hoorn van de Nieuw-Mathusiaanse Bond, die zich beijverde voor geboorteregeling en seksuele
voorlichting. Bart werd bestuurslid, terwijl Trien vanaf 1935 een inlichtingenbureau aan huis bemande.
In de Tweede Wereldoorlog bleef Bart aan als machinist van de gasfabriek. Terwijl zijn vrouw Trien direct betrokken was bij de linkse verzetsgroep Marx-Lenin-Luxemburg-Front, moest hij vanwege zijn werk voorzichtig opereren. Nadat Trien in 1942 was opgepakt, werd Barts deelname aan het verzet intensiever. Noorderstraat 12 werd een belangrijk onderduikadres, waarin tot het einde van de oorlog onderdak werd geboden aan ca. 15 joden, Italianen, geallieerde piloten en spoorwegstakers. De dagelijkse zorg rustte grotendeels op de schouders van tienerdochter Nellie. Bart beheerde het wapendepot van de lokale linkse verzetsgroep waaraan hij actief deelnam. Aan het eind van de oorlog werd hij opgenomen in de LO/KP. Na de bevrijding had hij zitting in verschillende zuiveringscommissies en werd hij door zijn werkgever een jaar vrijgesteld om bewakingsdiensten te verrichten in De Krententuin.
Na de oorlog werkte Bart nog enkele jaren in de gasfabriek. Nadat de gemeente besloten had het gas
van elders te betrekken, werd hij machinist bij het rioleringsgemaal aan de Westerdijk. Daar is hij
vermoedelijk tot aan zijn pensioen, rond 1955, werkzaam geweest.
In eerste instantie was hij nog betrokken bij pogingen om een radicaallinkse vakbond op te zetten.
Uiteindelijk werd hij lid van het NVV, de sociaaldemocratische vakfederatie waarin hij moeilijk kon
aarden.
Eind jaren vijftig betrad Bart nog één keer het politiek toneel, toen hij samen met Trien de Hoornse
afdeling van de nieuwe Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) oprichtte. Bij de eerste
gemeenteraadsverkiezingen in 1958 was hij zelfs lijsttrekker, maar een zetel zat er toen nog niet in.
In die jaren sukkelde hij al met zijn gezondheid. Zijn longen waren aangetast door het machinewerk in
combinatie met verstokt rookgedrag. Eind 1967 overleed hij aan de gevolgen van een operatie. 'Een
zeer strijdbaar man is heengegaan die de socialistische beweging in tal van facetten heeft gediend,'
schreef het Dagblad voor West-Friesland.
Bronnen
- Archieven NAS, RSP/RSAP, Sneevliet en andere revolutionairen. Internationaal Instituut voor
Sociale Geschiedenis (IISG), Amsterdam.
- Tijdschriften: o.a. De Arbeid, De Baanbreker. IISG, Amsterdam.
- Kranten: regionaal en landelijk. Delpher.nl, Archief Alkmaar, Westfries Archief.
- Correspondentie en aantekeningen van familieleden (privécollectie).
Overige bronnen
- Lankester, Bart, 2017, Kom vrouwen, aangepakt! De revolutie van socialiste Trien de Haan. Amsterdam.
- Hoekman, Piet en Houkes, Jannes, 2015, Het Nationaal Arbeids-Secretariaat 1893-1940. De geschiedenis van
de eerste vakcentrale in Nederland. Amsterdam.
- Eekman, Menno en Pieterson, Herman, 1987, Linkssocialisme tussen de wereldoorlogen. Twee studies. Amsterdam.
- Bot, Wim, 1983, Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog, Amsterdam.
- Nabrink, Gé, 1978, Seksuele hervorming in Nederland. Achtergronden en geschiedenis van de Nieuw-Malthusiaanse
Bond(NMB) en de Nederlandse Vereniging tot Seksuele hervorming(NVSH), 1881-1971, Amsterdam.
- Schrander, G.G., Rem, M.G. en Botman, J.J., 1989, 'Wij moeten versoberen, sprak de minister.' Hoorn en de regio in de
dertiger jaren. Hoorn.
Illustraties:
Foto Bart en Trien: privécollectie
Foto KP in Hoorn: J.D Osinga
Tekst samengesteld door Bart Lankester, afgesloten 4-5-2019.