Aan het college van burgemeester en

wethouders van Hoorn

Postbus 603

1620 AR Hoorn.

 

 

 

                                                                                                            Hoorn, 18 november 2002.

 

 

Geacht college,

 

Betreft: voornemen tot verkoop rijksmonumenten

 

Met ontzetting en afschuw hebben wij kennisgenomen van het kennelijke voornemen van het college, geuit bij de behandeling van de begroting 2003,  om een vijftal rijksmonumenten te weten:

in de aanbieding te doen.

 

Als bestuur van de Vereniging Oud Hoorn vinden wij dat een gemeente op respectvolle wijze behoort om te gaan met haar cultuurhistorisch erfgoed. Dat houdt naar onze mening in dat men zelf goed zorgdraagt voor dat erfgoed. Dit geldt voor alle monumenten maar zeker voor de monumentale topstukken. De zorg daarvoor en dus ook het eigendom is wel degelijk een kerntaak van de gemeente. Hét beeld van Hoorn is dat van een stad met fraaie monumenten. Tot in Japan toe zijn deze nagebouwd. Dat heeft consequenties voor een gemeentebestuur; of men dat nu leuk vindt of niet.

Wij hebben ons in het verleden om die reden ook verzet tegen de verkoop van de kenmerkende waterschapspanden aan het Grote Oost.

 

Wij vinden het argument dat andere instanties de Hoornse topmonumenten beter en goedkoper kunnen onderhouden een argument met een hoog LPF-gehalte. Gaan wij nu ook de museale topstukken van het Westfries Museum verkopen omdat andere instanties er ongetwijfeld beter op kunnen passen? En wat te denken van verkoop van wegen in Hoorn? Is dat ook geen kerntaak meer? Als de financiële argumenten kennelijk zo zwaar wegen waarom stelt het gemeentebestuur zich dan wel garant voor investering en exploitatie van een kunstijsbaan, die andere gemeenten in Noord-Holland graag binnen hun grenzen willen hebben? Of moet het respect voor het historisch erfgoed het onderspit delven tegenover statusprojecten als een kunstijsbaan en schouwburg?

 

Niemand stoot zijn rijkste bezit af. Overdracht van het eigendom aan derden toont aan dat het gemeentebestuur weinig betrokkenheid heeft bij dat rijke bezit. Zij geeft zich een brevet van onvermogen als zij niet in staat is om als een goed huisvader te zorgen voor haar onvervangbare bezit. 

Het bestuur van de vereniging Oud Hoorn verwacht dat de zorg voor en zeggenschap over het Hoornse historische erfgoed een hoge bestuurlijke prioriteit heeft. Een gemeentebestuur, dat zichzelf en de eigen bevolking serieus neemt accepteert ten volle de grote en dure verantwoordelijkheid voor haar historisch erfgoed.

 

Daarbij valt het ons op dat bij fotoreportages en films over Hoorn steevast één of meerdere van de Hoornse topmonumenten in beeld worden gebracht. Ook de gemeente maakt bij haar public relations krachtig gebruik van de voor Hoorn zo kenmerkende beelden. Het valt niet uit te leggen dat een gemeentebestuur deze kroonjuwelen heeft verkocht omdat zij niet bereid is haar taak en verplichtingen op dit terrein uit te voeren. Worden de ansichtkaarten en het promotiemateriaal voortaan voorzien van de aanduiding: “In de uitverkoop gedaan door het gemeentebestuur in 2003”.

 

Onder de bezielende leiding van de heer J. Schaper -  tot 2002 wethouder onder andere voor de monumentenzorg - en zijn ambtenaren heeft de gemeente de laatste decennia veel geïnvesteerd in het behoud van waardevolle monumenten. Dit heeft geresulteerd in een groot draagvlak onder de bevolking voor het monumentale bezit van de stad. De vereniging Oud Hoorn telt, mede door dit gunstige klimaat voor monumentenzorg, inmiddels meer dan 2000 leden, aanzienlijk meer dan de gemiddelde politieke partij. Een gevolg van uw voornemen kan heel goed zijn dat het maatschappelijk draagvlak verbrokkelt en dat veel vrijwilligers die nu nog actief zijn “in het belang van hun historische stad” het op termijn zullen laten afweten.

 

Wij hebben begrepen dat het gemeentebestuur zich niet in staat acht om het beheer en onderhoud  professioneel uit te voeren. Uitverkoop is dan wel een erg goedkope oplossing. Wij zullen nooit en te nimmer voorstander zijn van overdracht van topmonumenten als de Waag, Hoofdtoren, Boterhal, Wisselstraat en Oosterpoort aan andere organisaties. Wij zijn hier mordicus tegen en zullen alle middelen in de strijd werpen om u van uw onzalige voornemen af te brengen.

 

Als eerste stap zullen wij een afschrift van onze brief sturen aan de leden van de gemeenteraad en aan de media in Hoorn. Tevens zullen wij een afschrift sturen aan de vereniging Hendrick de Keyser met het verzoek om af te zien van verdere gesprekken over de aankoop van genoemde monumenten.

Voorts stellen wij u voor om op korte termijn met ons in overleg te treden om te bezien op welke wijze het beheer en onderhoud verbeterd kan worden zonder dat de monumenten verkocht worden en daarmee de zeggenschap van de gemeente voor deze monumenten ophoudt. Wij hebben Intermaris Woondiensten bereid gevonden om mee te denken over mogelijke oplossingen. Op korte termijn zullen wij u uitnodigen voor een gesprek.

 

Hoogachtend,

Namens het bestuur van de Vereniging Oud Hoorn,

 

 

 

Mw. Drs. P.M. Huisman, secretaris.

 

 

Cc:       Leden van de gemeenteraad, via de raadsgriffier

            Lokale en regionale media

            Vereniging Hendrick de Keyser

            Intermaris Woondiensten