Jaar van aankoop 1952.
Bij akte van 20-6-1952 wordt Schoolsteeg 7 ten overstaan van notaris I.
Kerkhoven overgedragen aan de Stichting Monumenten Oud Hoorn. Het betreft een
pakhuis kadastraal A 392, groot 22ca.
Het pand werd op 27-04-1965 op de rijksmonumentenlijst geplaatst.
De schoolsteeg ofwel schoolsteech komt al voor op de kaart van Blaeu uit 1649.
Dit bijzonder vormgegeven hoekpand stamt uit de 17e eeuw.
Het pand heeft een hoog aan de voorzijde afgesnoten gevel op balkkoppen.
Het is op vlucht gebouwd (vooroverhellend) en heeft een karakteristiek
afgesneden zijkant aan de Trommelstraatzijde. Het kent twee verdiepingen
en een zolder. De oppervlakte is slechts 22 m2.
In 1980 beschrijft A. de Graaf het pand aldus:
Van boven naar beneden zien we de kruiskozijnen met glas in lood ruitjes,
daaronder de luiken, zonder imitatieglas erachter en dan een brede
bakstenen band, de waterlijst en tenslotte de onderpui.
De benedenruimte is geplaveid met originele plavuizen. Er is een
eenvoudige rechte schouw. De haardplaat heeft een tegelwand van witjes
gevat in een rand van blauwe tegels. Er is een oude doofpot en een
blaasbalg. Eiken deuren geven toegang tot een was- toiletruimte en tot een
bergruimte onder de spiltrap. Er is een hoge balkenzoldering met donker
plafond.
Door de lichtinval van de ramen lijkt het toch een grote ruimte.
De bovenverdieping is minder hoog. Ook hier zware balken, die de
zoldering dragen, mooi geprofileerde kozijnen en in de hoek de ladder om
op de zoldering te komen.
Pieter Dorsman verkoopt het pand aan Jan de Lange, voor fl. 350,--
Bij het overlijden van zijn weduwe gaat het pand naar Jacob van Veen, koperslager Amsterdam. Waarde pand fl.175,--
Abraham David du Mosch handelaar in ijzer en metaal koopt het pand.
Broer Mozes David erft het pand waarde fl. 180,--
Mozes David sterft. Het pand blijft in de familie, waarde fl 250,--, en komt op naam van Joseph Mozes du Mosch.
De gemeente schrijft dat het pand inwendig grote gebreken vertoont en herstel noodzakelijk is.
Het pand is verkocht aan de heer G.J. Vlekke. De gezondheidscommissie adviseert eigenaar Vlekke de muren te vervangen of het pand af te breken. Er gebeurt niet veel.
De gemeente geeft de heer Vlekke opdracht het pand af te breken. Met hulp van Vereniging Oud Hoorn wordt een snelrestauratieplan gemaakt en uitgevoerd, slopen, stutten en opbouwen ondergevel, muren voegen, nieuwe deuren, luiken en glaswerk, reparatie kozijnen Kosten fl. 590,--. Er komt commentaar van de Dienst voor Rijksmonumenten over de kwaliteit van restauratie. Maar het bestuur van Vereniging Oud Hoorn verdedigt de oplapbeurt met verve.
Joseph Jansing, bedrijfschef en wonende te Eindhoven koopt het pand. Hij vindt het een lastig bezit en biedt het pand te koop aan.
Vereniging Oud Hoorn koopt Schoolsteeg 7 voor fl. 500,--.
Oorspronkelijk wordt dit kleine huisje door twee gezinnen bewoond. Later wordt het rechterdeel gebruikt als water- en vuurhuisje. Men verkocht er heet water voor de was en hete kolen, die gebruikt konden worden in allerhande stoven als warmtebron.
Ch. Zaal krijgt een vergunning om het pand te mogen gebruiken als bierschenkerij.
In 1923 krijgt weduwe J. Takken een vergunning om op de stoep voor het pand haar speelgoederen uit te stallen.
De nieuwe eigenaar de heer Joseph Jansing dient een plan in om het pand te verbouwen tot woonhuis. Enige tijd later wordt er een aanvraag ingediend om het pand een woon- winkelbestemming te geven. Maar de eigenaar kan de kosten voor de verbouwing niet betalen en besluit het pand te koop aan te bieden aan de Vereniging Oud Hoorn.
Het pand staat leeg. Oud Hoorn geeft architect V.J. Polman
opdracht tot een grote restauratie.
Aannemer Jorritsma heeft hart voor de zaak. Dak en gevels
en goten worden onder handen genomen De schoorsteen
wordt opnieuw opgetrokken en het interieur wordt van het
nodige voorzien. Een spiltrap een schouw en een oude
plavuizen vloer. De voorgevel krijgt een metamorfose. De
raamverdeling gebeurt aanvankelijk in vrij grote vlakken
waarbij de onder- en bovendeur gevat wordt in een geheel dat
men wel de melkmeisjesconstructie noemt. Een van de twee
voordeuren komt te vervallen. Er wordt gewerkt met boven en
onder luiken en er ontstaat een constructie van de onderpui,
waarbij men zich kan afvragen of dit wel origineel is. In ieder
geval is het pand behouden en zeker een lust voor het oog.
Na deze ingrijpende restauratie wordt het pand verhuurd aan
de heer Jaap van Petten. De huur bedraagt fl. 2,10 per week.
Hij gebruikt het pand als pakhuis voor zijn wat we nu
brocante noemen. Zijn zoon stelt daar later zijn orgel en speeldozen tentoon.
Cornelis Mels goudsmid van beroep huurt de benedenverdieping. Huurprijs fl. 150,-- per maand.
In dit jaar zijn weer grote restauraties noodzakelijk. Onder
leiding van de heer Hangelbroek worden
elektriciteitsvoorzieningen alsook gas- en wateraansluiting
geoptimaliseerd.
Ook het buitenwerk wordt onder handen genomen.
Na de restauratie in 1983 huurt R. Menses, houtbewerker van beroep, de benedenverdieping van het pand. De huur is fl. 200, -- per maand. Op de bovenverdieping wordt met een zekere regelmaat door Oud Hoorn vergaderd.
Enige vrouwen die regelmatig bijeen komen voor het maken van handvaardigheidsproducten huren onder de naam Jottum de onder- en bovenverdieping om daar hun producten te gaan verkopen. De winkelbezetting blijkt een probleem en uiteindelijk drijft alleen W. Breedijk nog het winkeltje. Zij verandert het assortiment en gaat houten speelgoed en antieke poppen en beren verkopen. 't Oude Geveltje, zoals de winkel heet, wordt al snel in de volksmond omgedoopt tot De Berenwinkel.
Binnenhuisarchitect A. van Os opent haar winkel in woonaccessoires onder de naam Wondermooi. Zij vertrekt na twee en een half jaar naar het Grote Noord.
In juni huurt kunstschilder Berry Kuiper de ruimte en gebruikt het gedurende vijftien maanden als atelier en galerieruimte.
Centrum de Wijze Vrouw groeit uit haar jasje en laat het oog vallen op het pand. In november start S. Kuiper er haar Mystical School. Het huis krijgt de naam Water en Vuurhuys.
Hiermee is het derde pand van Vereniging Oud Hoorn een middelpunt van bezinning geworden en biedt het een warm onderdak voor allen die het gevoel van het verleden willen blijven ondergaan.