De negentiende eeuw was de tijd van enerzijds het Neoclassicisme (tot ca. 1850) en anderzijds de
Romantiek. De negentiende eeuw stond helemaal in het teken van een gerichtheid op de geschiedenis. Dat is
de gezamelijke noemer van het Neoclassicisme en de Romantiek. Het Neoclassicisme stond nog in het teken
van het voorbije tijdperk van de rede, de Verlichting. De Romantiek keerde zich daarvan af en gaf aan het
gevoel het volle pond. In de Nederlandse architectuur uit de periode 1800-1850 werd nog voortgeborduurd
op het sobere classicisme van de late achttiende eeuw (Lodewijk XVI). Ook de woonhuisarchitectuur uit die
tijd valt onder de noemer continuïteit met de achttiende eeuw. De ingezette gewoonte om lijstgevels te
bouwen werd tot ver in de negentiende eeuw voortgezet. Ze werden wel soberder uitgevoerd, zonder de
weelderige decoratie uit de eerste tijd van de lijstgevels (1700-1775). Via de zgn. ordenboeken vormde
tot ca. 1850 nog steeds de architectuurverhandeling van de Romeinse bouwmeester Vitruvius (70-25 vóór Chr.)
de leidraad voor architecten. Het Neoclassicisme (1800-1880) was de tweede classicistische golf in
Nederland. De eerste was de fase van het Hollands Classicisme (1630-1700). Tussen deze twee classicistische
fasen in hadden we hier de Lodewijkstijlen.
In de eerste helft van de negentiende eeuw is overigens betrekkelijk weinig gebouwd in Nederland, ook in
Hoorn. Omstreeks 1850 veranderde er iets. Onder invloed van de Romantische, op de historie gerichte
tijdgeest van de negentiende eeuw deed de beoefening van de architectuurgeschiedenis zijn intrede in de
Nederlandse bouwkunst. Men zocht naarstig naar een stijl. In 1828 verscheen het boek 'In welke stijl
moeten wij bouwen?' Diverse Neo-stijlen en het Eclecticisme ontstonden. Naast het al bestaande
Neoclassicisme en de Neogrec kwamen de Neogotiek, de Neorenaissance en het Neomaniërisme op, benevens
combinaties van elementen uit deze historische stijlen en de Romaanse bouwstijl in het zgn. Eclecticisme.
Het Eclecticisme is in verschillende vormen een zeer veel toegepaste bouwstijl geweest in Nederland in de
tweede helft van de negentiende eeuw. Ook de Chaletstijl stond onder invloed van de nostalgische en op het
exotische gerichte tijdgeest van de Romantiek. Met de Jugendstil of Art Nouveau kwam aan het eind van de
negentiende eeuw een nieuwe kunst op die niet was gebaseerd op of geïnspireerd door de klassieke oudheid
of andere historische bouwstijlen. Nadien zou men toch nog weer teruggrijpen op het (recente) verleden
(Nieuw Historiserende Stijl, Um 1800-stijl, Traditionalisme, Delftse School).
Pand S.I. de Vries/Kieft, hoek Gouw-Nieuwsteeg. Hoornse 'wolkenkrabber' uit 1910, ontworpen door
Jacot in de stijl van het Americanisme, geïnspireerd op de Chicago-school (1875-1910) waarvan Louis
Sullivan de belangrijkste voorman was. Het Americanisme was een variant van de internationaal
georiënteerde zgn. nieuw historiserende stijl, ook wel 'heroriëntatie' genoemd. Deze stijl uit de
periode 1905-1925 werd veel toegepast bij grote warenhuizen en kantoorpanden. Jacot heeft ook Maison
Hirsch aan het Leidseplein in Amsterdam ontworpen (Blijdenstijn en Stenvert, 2000, pp. 121-125).
(Foto P. Nooteboom)