Betekenis van enkele in de tekst voorkomende woorden:
1. flamboyantvormen = (vlammend) benaming voor
de laatste ontwikkelingsfase van de gotische bouwkunst in Frankrijk.
2. travee: ruimte tussen twee balken. Het tussen
twee steunpunten gelegen deel van eenoverspanning.
3. schalk: in de gotische bouwkunst een drager
in de vorm van een colonnet (rond, driekwartrond of peervormig)
4. sleutelstukken: maken deel uit van de verbinding
tussen kap en steunende muur, evenals schinkels
5. korbeel: onderdeel van een houten kapspant
aangebracht ter verstijving en ondersteuning van de bovenbintbalk
6. piscina-nis: (piscina = vis) een piscina was
een zes- of achtkantig waterbassin waarin door de hervormden gedoopt
werd.
Mogelijk is de nis een vervanging. Hij kan ook bedoeld zijn als waterbekken
voor de priester, die daar zijn handen kon wassen en de kelk reinigen.
7. tympaan: In de klassieke bouwkunst het driehoekige
gevelveld tussen de kroonlijst en de schuin oplopende daklijsten van een
gebouw; de term wordt ook als synoniem van *fronton gebruikt.In de
latere bouwkunst is het timpaan (ook boogtrommel genoemd) de ronde
(romaans) of spitsbogige (gotiek) vulling tussen de bovendorpel en de
boog, m.n. boven portalen van kerken, veelal met beeldhouwwerk versierd.
Samenstelling en fotografie
Lena Bonte, Zwaag
Bronnen
1. uitgave over de N.H.Kerk van 1981 met een inleiding van Ds. H.J.
Bos
2. een aantal bulletins van de Stichting Behoud Hervormde Kerk Zwaag
3. tekst over het orgel aangeleverd door Edwin Hinfelaar