Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van Tussenschool tot Ireneschool 7

Pleidooi voor zevende leerjaar en huisvestingsperikelen (1911 - 1914)

Voorbereiding op de maatschappij

In september 1911 richt het bestuur van de afdeling Hoorn van het Nederlands Onderwijzers Genootschap zich tot de gemeenteraad met een vurig pleidooi voor uitbreiding van de Tweede burgerschool voor jongens en meisjes en de School voor kosteloos onderwijs met een zevende leerjaar.

De onderwijzers zijn van mening dat de lagere school zoals die nu georganiseerd is, niet voldoet. Voor de meeste kinderen in de lagere school eindonderwijs. Vanuit de maatschappij worden steeds hogere eisen gesteld. De lagere school moet de leerlingen hierop voorbereiden.

Als gevolg daarvan is het aantal leervakken toegenomen en is de leerstof van bijna ieder vak uitgebreid. Een leertijd van zes jaar is te kort om de leerlingen al deze kennis bij te brengen. Verwacht mag worden dat de rijksoverheid de onderwijswetten ooit zal aanpassen en de leertijd zal verlengen. Daarop vooruitlopende zijn tal van gemeentebesturen er al toe overgegaan lagere scholen te voorzien van een of meer vervolgklassen.

Het bestuur van het Genootschap dringt er bij het gemeentebestuur van Hoorn op aan aan te sluiten bij deze landelijke ontwikkeling. Ondanks de steun van de Plaatselijke Schoolcommissie duurt het nog enkele jaren voordat het gemeentebestuur enigszins tegemoetkomt aan dit dringende verzoek.

Bijzonder jubileum

Onderwijzer George Christiaan Tinkelenberg viert op 2 januari 1913 dat hij vijftig jaar verbonden is aan de school. Hij was een van de drie eerste leerlingen die in 1862 hun akte behaalden aan de Hoornse Rijksnormaalschool. Tinkelenberg was toen nog net geen achttien jaar. Een paar maanden later werd hij benoemd als onderwijzer aan de Stadstussenschool, de voorloper van de Tweede burgerschool.

Naast zijn werk als onderwijzer – hij gaf ook les op de Herhalingsschool (een avondschool voor het bijspijkeren van lagere-schoolkennis) – was Tinkelenberg ook zeer actief in tal van verenigingen en besturen. Zo was hij onder meer medeoprichter van de rederijkerskamer West-Frisia, secretaris en penningmeester van de Brandraad en gaf hij leiding aan toneelvereniging Hofdijk.

Tinkelenberg gaat op 1 april 1913 met pensioen. Het aan hem gewijde artikel in De Nieuwe Courant van 12 december 1912 sluit af met de opmerking dat hij na die datum zeker niet stil zal gaan zitten, want ‘hij is nog te krachtig om zich volkomen rust te gunnen; het nietsdoen zou hem een onmogelijkheid zijn. Hopen we, dat het den heer Tinkelenberg gegeven zal mogen zijn nog vele jaren te genieten van zijn pensioen, dat hem nog lange jaren zullen overblijven, waarin hij zal kunnen rusten op welverdiende lauweren.’

Tinkelenberg overlijdt op 3 december 1915.

Rederijkerskamer Hofdijk bij het 30-jarig jubileum in 1892 (foto WFA)
Rederijkerskamer Hofdijk bij het 30-jarig jubileum in 1892 (foto WFA)

Huisvesting

De Commissie van toezicht op het lager onderwijs pleit in haar verslag over 1911 voor verbetering van het gebouw van de Tweede burgerschool. Een paar jaar later stelt de commissie dat het gebouw niet aan de veiligheidseisen voldoet. Zij dringt erop aan het gebouw te voorzien van brandtrappen.

Het gemeentebestuur neemt de klachten van de commissie serieus. In het voorjaar van 1914 stelt het college van B en W dan ook voor het schoolgebouw aan de Kruisstraat op te knappen. Eigenlijk zou het college liever over gaan tot de bouw van een nieuw schoolgebouw, maar de financiële positie van de gemeente staat dat niet toe. De raad vindt een investering van circa tienduizend gulden voor het opknappen van het bestaande gebouw echter niet verantwoord. Daarom wordt het college uitgenodigd een plan te maken voor de bouw van een nieuwe school.

Het zal echter nog jaren duren voordat er een nieuw gebouw voor het lager onderwijs geopend kan worden.

Veranderingen

In de periode 1910-1915 verandert er het een en ander op de Tweede burgerschool. Zo worden met ingang van het schooljaar 1911-1912 de afzonderlijke meisjes- en jongensafdeling opgeheven. In het vervolg heeft de Tweede burgerschool gemengde klassen. In hetzelfde jaar stapt de school over van griffels en leien op kroontjespen en papier. Ter verbetering van het aanschouwelijk onderwijs krijgt de school de beschikking over vier nieuwe wandplaten: In het Bosch, In de Weide, De lente op den akker en De Heide in Mei.

Schoolhoofd Tinholt neemt in 1914 ontslag. Zijn opvolger is K.A. Wolthuis.

De schoolplaat In het Bosch van Jan Ligthart, 1905
De schoolplaat In het Bosch van Jan Ligthart, 1905