Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 49e bundel, pagina 142-153.
Uitgave: Historisch Genootschap "Oud West-Friesland", 1982.
Auteur: Hans Rijswijk.
"Een gezonde ziel kan niet in een droog lichaam wonen." De Franse schrijver François Rabelais (1490-1553),
heeft nooit kunnen vermoeden, dat dit citaat van zijn hand in het Westfriese Hoorn door zeven achtereenvolgende
generaties van de "natte" Schermer inmiddels twee eeuwen achtereen inhoud zou worden gegeven. Op 24 juli 1782 werd
door Barent Pitersz. alias Schermer (op 13 mei 1741 gedoopt in de R.K. kerk op het Agterom in Hoorn) de eerste stap
gezet op een weg, die uiteindelijk zou leiden tot het veertigste lustrum van - zoals tegenwoordig de officiële
naam luidt - "Schermer Wijnkopers b.v." Opmerkelijk is trouwens ook dat gedurende tweehonderd jaar het bedrijf,
bestaande uit wijnhandel en distilleerderij, gevestigd is aan het Kleine Noord. En al even opmerkelijk is het dat de
opeenvolgende generaties Schermer hun eerbied voor de historische kant van het bedrijf hebben getoond door het
zorgvuldig bewaren van veel oude stukken en attributen. De zaak was en is voor de Schermers heilig. Of zoals
één van de huidige Schermers zegt: "Daar willen wij voor vechten. Ik denk zomaar, dat het handhaven van
tradities een familietrekje van ons geslacht is. Als we alleen maar naar het rendement van het geïnvesteerde kapitaal
hadden gekeken, dan hadden wij waarschijnlijk al tien jaar terug besloten om er mee te stoppen. Tenslotte zijn er
grootwinkelbedrijven voldoende die belangstelling voor ons totale bezit in het hart van de stad hebben. Maar ja, het
zou toch doodzonde zijn als er op die manier een einde kwam aan ons bedrijf, waar zeven generaties zich voor in hebben
gespannen en vooral ook een stuk vreugde aan hebben beleefd". Naast G.B.J. Schermer (67 jaar) wordt het bedrijf gerund
door zijn twee broers J.A.G. (68 jaar) en F.P.M. (58 jaar). Deze laatste voert officieel de directie.
Vermeldenswaard is overigens dat er thans aan de lijn Schermer een einde dreigt te komen. Zoals de zaken er nu voor
staan zal de volgende generatie niet in het bedrijf terecht komen. G.B.J. Schermer hierover: "Die opvolging wordt zo
langzamerhand een probleem. We worden alle drie al wat ouder en zoals het er nu naar uitziet zullen het geen Schermers
meer zijn, die het bedrijf in de toekomst gaan leiden. Jammer, maar wel een gegeven waar we rekening mee moeten houden".
Een historisch overzicht van tweehonderd jaar is nauwelijks in een tiental pagina's samen te bundelen. De Schermers
hebben weliswaar verschrikkelijk veel bewaard maar daardoor is het bos zo dicht geworden dat de bomen nauwelijks nog
te onderscheiden zijn. Zelfs van ver voor het begin van het bedrijf zijn er in de bundels met gegevens stukken te
vinden. Met name dan van en met betrekking tot Jan Bent; de man, die zijn winkel in dranken, tabak en pijpen in 1782 verkocht aan die Barent Pitersz. alias Schermer. Bent was overigens
een mannetjesputter, die regelmatig over allerlei zaken de drank betreffende met de toenmalige bestuurderen in de
clinch lag. Zo schreef hij reeksen verzoekschriften aan de gecommiteerde raden van West-Friesland en ook de
"Doorluchtige Prince Erfstadhouder" werd door hem regelmatig van zijn problemen op de hoogte gesteld.
Die winkel van Jan Bent bevond zich op het Kleine Noord nummer 47. Eén van de oudste koopacten, die zich in het
archief bevinden, heeft waarschijnlijk betrekking op dit pand. In die koopacte van 28 juli 1778 staat beschreven,
dat Jan Bent voor het "huys aan het Oude Noord met een gemeene uijtgang op den Magere Varkemarkt" (het huidige
Scharloo) "Eenhondert en tagtigh Guldens" betaalde aan ene Wagemaker uit Medemblik. Dat de zaak van Barent Schermer
van meet af aan goed liep bewijst wel een koopacte van een paar jaar na het begin van de firma Schermer. In augustus
1785 koopt Barent Pitersz. alias Schermer voor vierhonderd gulden een pakhuis van Jan Bent, gelegen aan de Varkensmarkt.
Thans het pand aan het Scharloo achter Kleine Noord no. 49. Uit de historische bescheiden valt voorts op te maken dat
Barent Pitersz. en Jan Bent samen in de laatste jaren van die achttiende eeuw heel wat hebben gekocht en verkocht.
Eén van de belangrijkste historische gegevens die bewaard zijn gebleven is het "Negotie Boek Der in Koop
behorende tot de Wijnkoperij van B. Schermer begint met 24 Julij A. 1782 in Hoorn". De allereerste post in dit
negotieboek vermeldt een aankoop op die 24ste juli 1782 van "de Heere Jean d'Arrest en Zoonen tot Weesp". Gekocht
werd "Een Stuk Gen. zijnde No. 28, Groot Vier Aem, twee Stelen, twee Mengelen tot 33 Guld. d'Aem". Het gaat hier
dus om jenever. Het houten vat no. 28 bevatte vier aem van elk 160 liter, twee steken en twee mengelen. Die laatste
inhoudsmaat was 1.53 liter; een steek bedroeg twintig liter. Het totale bedrag, dat in rekening werd gebracht, was 140
gulden en 15 stuivers. Voor de onkosten en "Voor 't Zegel" kwamen daar nog eens 3 gulden en 7 stuivers bij.
Het aardige van dat eerste negotieboek is trouwens dat ook kan worden geconstateerd wanneer de betalingen werden verricht.
Het was namelijk gebruik, dat alle ladingen per beurtschip werden vervoerd en de schippers als regel ook het geld mee
namen. Dat bedrag van de eerste aankoop van de Weesper firma van 144 gulden en 2 stuivers werd door Barent Schermer op
2 oktober 1782 geboekt en meegegeven aan schipper Sijmon Fortuijn. Twee andere aankopen van het eerste uur kwamen van
Gijsbert Smit en Comp. tot Amstel op de Texelse Kaaij en Lourens Stelt in De Beverwijk.
"De Heer Wijnand Focking tot Amsterdam" - bepaald geen onbekende naam in de Nederlandse drankwereld - werd reeds
in 1783 een goede relatie van Barent Schermer. Op 25 februari 1783 verkocht Wijnand Focking maar liefst voor 11 gulden,
14 stuivers en 8 centen. Die eerste levering bestond o.a. uit "Beste Anijs", "Beste Rozenolie" en "Best
Guldewater".