Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Hoornse Gevelstenen en andere huistekens   (30-10-2008)

baltus

De Publicatiestichting Bas Baltus presenteerde op 30 oktober 2008 het boek Hoornse Gevelstenen en andere huistekens, met als ondertitel een geschiedenis in steen en hout. Dit 5e deel van de Cultuurhistorische Reeks Hoorn behandelt de gevelstenen van Hoorn in zowel de binnen- als de buitenstad. Ook de uit het stadsbeeld verdwenenen gevelstenen worden behandeld. Auteur van het boek is de heer H. Overbeek. (Het boek is vanaf 1 november o.a. te koop in de winkel van de Vereniging Oud Hoorn)

Henk

Henk Overbeek ontving uit handen van Ton van Weel, voorzitter van de Publicatiestichting Bas Baltus, een ingelijst omslag van zijn boek.

Op de presentatie in het Westfries Museum (zie gevelstenen-collectie aldaar) werd een select gezelschap welkom geheten door de voorzitter van de Publicatiestichting de heer van Weel. Het eerste exemplaar van het boek werd door de scheidend voorzitter van de Publicatiestichting mevr. R. Bax overhandigd aan de Cultuurwethouder van der Maat.

Onderstaande speech van Egbert Ottens, voorzitter van de Vereniging Oud Hoorn plaatste de geschiedenis terug in de huidige tijd:

Gevelstenen terug in het stadsbeeld

oudhoorn

Dames en heren,

Toen het bestuur van Vereniging Oud Hoorn over het initiatief voor het boek ‘Hoornse gevelstenen en andere huistekens’ sprak, ontstond de gedachte om ook langs andere weg aandacht te besteden aan deze markante aandenkens uit onze geschiedenis.

In onze lage landen doen gevelreliëfs van steen of hout pas laat, bij de opkomst van de steden, hun intree. Allereerst als houten uithang-borden. Na, vanwege brandveiligheid, de komst van stenen woonhuizen, de gevelsteen.
In de oudheid, in Egypte en Mesopotamië, was men er al mee ver-trouwd. In Pompeï zijn talloze gevelstenen of resten daarvan gevon-den. En ook in Klein-Azië kende men het fenomeen. Bekend is de voetstap in Efese aan de Anatolische kust, uitgehouwen in marmer, die de naar liefde hunkerende zeeman, trefzeker van de haven naar het bordeel van de grote stad leidde. Geen gids zal deze steen in zijn rondleiding overslaan.

In de behoefte om te onderscheiden, toen èn in onze historische ste-den, ligt de oorsprong van de gevelreliëfs. Tot in de 19e eeuw bestond geen systeem van huisnummering. Aan een steen in de gevel kon men een huis en zijn bewoner vinden. Daarnaast probeerden ambachtslieden en winkeliers er klanten mee te trekken. Henk Overbeek geeft daar ongetwijfeld voorbeelden van.

Gevelstenen hadden dus een belangrijke functie in hun tijd. Men woonde in De Frachtwage aan het West, of het huis ernaast. Rijke families versierden met familiewapenschilden hun panden, denk aan Foreest. Grootse historische daden werden verbeeld, zoals de Slag op de Zuiderzee op de Bossupanden aan de Slapershaven, bijbelse historiën zoals het vorig jaar op instigatie van Oud Hoorn gerestau-reerde houten reliëf Judith en Holofernes op het Munnickenveld. Maar ook de kleine historie kreeg haar kans: Truydeman en zijn wijf aan het Grote Oost, of Lambert Melisz en zijn moeder, nu in de collectie van het Westfries Museum. De functie van een gebouw werd weergegeven. Een commerciële, zoals die van slager, melkboer of wijnhandelaar, de bierslepers op de Bierkade, de kaasdragers aan het begin van het Grote Oost, een botervat op de Italiaanse Zeedijk en de kruidenier -komenijs- op het Breed. Maar ook bestuurlijke, zoals de wapenschilden van de Westfriese steden aan het schitterende pand waar we nu bijeen zijn en elders in onze stad.

Hoorn moet, met in het achterhoofd haar rijke geschiedenis en wat er aan stenen bewaard gebleven is, veel gevelstenen hebben gehad. En in vergelijking met veel andere oude steden in ons land zijn er relatief veel bewaard gebleven. In de 19e eeuw zijn er ongetwijfeld verdwenen toen de stad economisch in het slop geraakte. Huizen verpauperden en werden gesloopt. Het is aan burgemeester baron Van Dedem te danken dat we er nog veel hebben. Op zijn initiatief opende in 1880 het Westfries Museum zijn deuren. Van Dedem, een man met een grote culturele belangstelling, had goede contacten met Victor de Stuers, de grondlegger van de monumentenzorg in ons land. Deze had in een publicatie de alarmklok over de verwaarlozing van de monumenten in Nederland geluid. De Stuers drong er bij Van Dedem op aan een museum te openen, waarin de vele Hoornse kunstschatten en oudheidkundige voorwerpen geëxposeerd konden worden. Zo bouwde het Westfries Museum geleidelijk ook een mooie collectie gevelstenen op. Het pleidooi van Oud Hoorn voor een archeologische dependance van het museum heeft oude papieren.

De commissie die onder leiding van de burgemeester het museum bestierde, besefte na enige tijd dat het beter was om panden in hun oorspronkelijke staat te bewaren dan het museum vol te stouwen met de kostbare resten uit de gesloopte 17e en 18e eeuwse gebouwen. Zo raakte het museum betrokken bij de restauratie van markante gebouwen en woonhuizen in onze stad. Maar al snel vond men dit geen kerntaak voor het museum. In dat besef ligt de wieg van Vereniging Oud Hoorn besloten. Haar oprichter Johan Christiaan Kerkmeijer was reeds op jeugdige leeftijd lid van de beheerscommissie van het museum.

Dit alles neemt niet weg dat we nog immer zorgvuldig met dit histo-risch erfgoed moeten omgaan. Want ondanks alles is de aandacht daarvoor geen vanzelfsprekendheid. In het concept-Voorontwerp Bestemmingsplan Binnenstad was de functie van de Roode Steen horecaplein en de binnenstad, ondanks haar grote historische betekenis, verworden tot een koopgoot voor het funshoppen. In het laatste nummer van ons Kwartaalblad hebben de lezers bovendien kunnen zien hoe een ondernemer aan het Nieuwe Noord zijn reclamebord brutaal over de gevelsteen die herinnert aan het oudste stenen woonhuis in onze stad, uit 1595, heen heeft gehangen. Misschien moeten we maar afspreken dat wij daar zolang dat bord er hangt geen inkopen doen.

Als vereniging zijn wij blij met de hernieuwde belangstelling voor ons nationale verleden en in het verlengde daarvan ook voor de gevelstenen. Deze stenen zijn belangrijke dragers van informatie over cultuur, economie, religie, politiek uit het verleden. Het zijn de plaatjes in het stripboek van de stad. Haar geschiedenis kan uit haar gevelstenen worden afgelezen. Laat bezoekers aan onze binnenstad ook omhoog kijken en zien wat een schitterende versieringen en afbeeldingen zich aan de gevels en op de daken bevinden.

Het initiatief dat ik tijdens deze samenkomst mag presenteren is dat van het Westfries Museum, de Stichting Hoorn 650 en de Vereniging Oud Hoorn. Waar dat passend is willen wij proberen gevelstenen of replica’s daarvan, want het museum wil een aantal stenen in de kerncollectie houden, terug te plaatsen of te plaatsen. Stichting Hoorn 650 heeft daartoe een mooi bedrag beschikbaar gesteld. Het museum wil met kennis en know-how bijdragen en Oud Hoorn wil met geld en inzet dit idee bevorderen.

Egbert

Afgelopen zaterdag heeft Vereniging Oud Hoorn de jaarlijkse monumentenprijs van de vereniging toegekend aan IntermarisHoeksteen voor de restauratie van het Weeshuis aan de Achterstraat. Bij die gelegenheid heeft de vereniging beloofd een replica van een gevelsteen uit de collectie van het museum in de muur van het weeshuis te laten plaatsen, een steen met daarop afgebeeld een moeder met kinderen, uit 1635, getiteld: de liefde, in de tuin van het museum te zien.

moedermetkinderen

Met dit gezamenlijke initiatief en het fantastische levenswerk van Henk Overbeek hopen wij dat de belangstelling voor de gevelstenen en hun betekenis in onze mooie stad een goede toekomst is bescho-ren.

Ik dank u.


Egbert Ottens
30 oktober 2008

 

Nieuwsarchief