De St. Ceciliakapel is wat muurwerk en kap betreft in vrijwel complete staat behouden gebleven. De kapel was een onderdeel van het gelijknamige kloostercomplex, dat zich bevond op de hoek Nieuwsteeg-Nieuwstraat en op het terrein daarachter tot aan de Kruisstraat toe. Het huidige op het oorspronkelijke kloosterterrein gebouwde hoofdgebouw van het Statenlogement, ook wel Statenpoort genoemd, dat nu de hoek Nieuwsteeg-Nieuwstraat vormt, dateert uit 1612/1618. Gezien de bouwtijd en de funktieperiode als klooster van de kapel, heeft het Statenlogement daar dus geen deel van uitgemaakt. De beschrijving van gebouw en geschiedenis van het Statenlogement vindt u bij: Statenlogement Hoorn
Een oorkonde vermeldt de stichting in 1385 van een frater- of broedergemeenschap, alsmede de schenking van een huis met erf ten behoeve van een fraterhuis nabij de hoek Nieuwsteeg-Nieuwststraat. De leden ervan hingen de leer aan van Geert Grote, wiens volgelingen zich verenigden in gemeenschappen onder de naam van “Moderne Devoten”, ook wel “Broeders des Gemenen Levens” genoemd. Zij konden echter geen kloostergemeenschappen worden genoemd, aangezien deze gemeenschappen geen regel van kloostergeloften kenden. Het is hierdoor onjuist, dat de stichting van de broederschap aan de Nieuwsteeg ook wel een Jeronimietenkloostergemeenschap wordt genoemd.
Wegens afgenomen animo tot toetreding tot de fratergemeenschap en daardoor de instandhouding van het (houten) fraterhuis vond hiervan in 1429 de overdracht plaats aan het convent der St. Ceciliazusters. Zij hadden een houten huis of kapel op een erf belendend aan de zuidkant van het fraterhuis in de Nieuwsteeg. De overdracht vond plaats o.a. onder het beding van instandhouding van het fraterhuis en van de bouw daaraan van een koor. Blijkbaar is van de voorwaarden afgeweken, aangezien in 1435 door bisschop Martinus van Magione een stenen in plaats van een houten kapel gewijd is, die wij nu kennen als de huidige St.Ceciliakapel.
In 1573, het jaar van de afwerping van het Spaanse gezag in het Noorderkwartier en de instelling van een prinsgezind plaatselijk bestuur, vervielen de kloostergebouwen en -bezittingen aan de overheid, zo ook die van het St. Ceciliaklooster.