Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Bekijk of download de PDF versie (7.74 MB - Opent in nieuw venster)


NB Alleen artikelen ouder dan een jaar zijn beschikbaar in het PDF formaat!
Download hier de gratis Acrobat PDF Reader.Bekijk ook: Auteursrechten

Kwartaalblad 1981 / 4   blz. 84 - 86

Boekbespreking: H.W. Saaltink, Hoorn in kaart. Vier eeuwen Hoornse stads plattegronden. Hoorn, 1980.

Auteur: Onstenk, J.M.

Dank zij een gelukkig initiatief van Willem Vingerhoed zijn de Hoornse geschriften onlangs verrijkt met een boek over "vier eeuwen Hoornse stadsplattegronden": "Hoorn in kaart". Wie de dertig in het boek afgedrukte kaarten heeft geselecteerd, wordt niet uitdrukkelijk vermeld; het kan team-werk zijn geweest met uiteraard de grootste inbreng van de man op wiens naam het geheel staat, de wetenschapper van het Westfries Museum, H.W. Saaltink, die een inleiding schreef, een beknopte stadsgeschiedenis in twee delen (1357 - 1900 en 1900 - 1980) en voorts toelichtingen op elke kaart afzonderlijk. De 152 bladzijden laten ook een zestal luchtfoto's zien en evenzovele opnamen van Klaas Laan, die tevens voorzitter blijkt te zijn van de Stichting "De Hoofdtoren" (met Vingerhoed als secretaris en S. Dijkstra als penningmeester), die als uitgeefster optreedt.

Dat "Hooft" bij de toren is geen drukfout, maar blijkt bewuste keuze voor een schrijfwijze die vroeger wel schijnt te zijn voorgekomen. Dat mag wezen, hoewel in het boek bijv. ook veelvuldig "Baatland" wordt gespeld, zij het afwisseÏend met het ongetwijfeld meer juiste Baadland, het historische zwemdomein van de Hoornse (trouwens nu nog wel) lieverdjes in de oude tijden eer het Visserseiland er was. Want op die landtong, voor het eerst terecht te zien op de kaart die Tirion in 1743 publiceerde en toen inmiddels aangeslibd of -geplempt en opgeworpen rond een oorspronkelijke paaldam, bevond zich blijkens de kaart van 1869 de plaatselijke badinrichting, slechts luttele schreden verwijderd van enerzijds een ronde 11 aschbelt 11 (kennelijk de huidige parkeerwoestijn) en anderzijds twee molens , de Halm - afgebrand op 21 juli 1904 - en de Rob in 1924 afgebroken.
Als vanzelf zijn we hiermede al afgedaald tot enkele van de talloze details waarmee de zorgvuldige lezer van dit nieuwe boek zich bijkans mateloos kan verblijden. Historische kaarten immers zijn uiterst fascinerende getuigenissen van een vaak gelukkig, maar zeer ten dele verdwenen verleden, aanknopi ngspunten dus, zeker in Hoorn, tot het verkennen van hedendaagse werkelijkheid en haar achtergrond. Voer voor snuffelaars : ik heb er al uren van gesmuld. Voorwaarde daartoe is uiteraard wel, dat men de kaart kan lezen: zij dient met redelijke scherpte te zijn afgedrukt. En dat is helaas in deze uitgave niet ten volle gelukt. Dat is jammer omdat die technische onvolkomenheid nu juist vooral twee kaarten heeft getroffen, de nummers 16 en 18, waarvan Saaltink's toelichting hoge geneugten doet verwachten, de tekening van Doesjan en de eerste kadastrale kaart , die in 1823 door Staas Peters van Diggelen, landmeter alhier, vervaardigd werd.

Doesjan was - men heeft het onlangs nog op een tentoonstel ling in het museum kunnen zien - stellig de aardigste tekenmeester uit de stadshistorie en zijn kaart uit 1794 is, schrijft Saaltink veelbelovend "bijzonder waardevol omdat ze tal van anecdotische bijzonderheden geeft, die nergens anders te vinden zijn" zoals de toenmalige plaats van de drie stedelijke brouwerijen en het fabrieks huis der Vaderlandsche Maatschappij. Van Diggelen maakte op zijn beurt "de eerste volgens moderne eisen exact op schaal getekende kaart van geheel Hoorn".
Tandenknersend moet men dan constateren, dat de afdrukken niet te lezen zijn: zij hebben de fotografische verkleining tot de helft niet overleefd. Dat zal stellig ook de uitgeefster zeer spijten, maar wellicht is de stichting , hoop ik, financieel tot een kleine revanche in staat, zeker tegenover
de honderden intekenaren: een losse afdruk op ongeveer ware grootte. Want geen snuffelaar zal de schotels willen missen die Doesjan en Van Diggel en hebben toebereid.

Dit gezegd zijnde (het euvel doet zich in mindere mate ook wel bij andere kaarten voor) kan ik onbekommerd terugkeren tot het genoegen dat het boek overigens de lezer biedt, zij het dat terloops ook nog een klein vraagteken mag worden gezet bij het gebruik dat het Westfries Administratief Centrum van bruine drukinkt heeft gemaakt. Met name de foto's komen aldus verre van fraai tot hun recht, vind ik, maar mogelijk acht een ander dat nu juist zeer smaakvol. Hoe dit ook zij: de waardering voor het gebodene behoort sterk te overwegen omdat het een waardevol stukje stedelijk archiefbezit voor een ieder ontsluiten tot allerlei ontdekkingen leidt inzake de plaatselijke ontwikkeling. Daarover is trouwens, naar aanleiding van Saaltink 1s noodzakelijkerwijze
summiere tekst, nog een hele discussie mogelijk. Ook hij lijkt er immers niet helemaal aan te zijn ontsnapt om toe te geven aan de gebruikelijke neiging, Hoorn over een zeer lange historische periode als een "dode stad" te beschouwen.

De vraag blijft, hoe dood dat "dood" feitelijk is geweest. Aan het begin van zijn beschouwing over de ontwikkeling vanaf 1900 plaatst Saaltink nog een citaat uit 1852 dat gewaagt van "zeer vele armen door gebrek aan werk en genoegzame ontwikkeling van handel en nijverheid". Armoede was er stellig, maar is dat typisch voor Hoorn?
In Amsterdam - om maar een voorbeeld te noemen - waren in 1897 110 .000 personen, 22 procent van de bevolking, op gemeentelijk armbestuur en kerkelijke armenzorg aangewezen. Er heeft, even stellig, lange tijd nauwelijks groei in Hoorn gezeten, maar kleinsteeds is wat anders dan dood of doods en blijkens de kaart van 1900, uitgegeven door drukkerij Geerts , had Hoorn toen meer
"hotels" dan nu (Doelen, Posthoorn, Roskam, Bellevue, Onvolmaakte Schip, Keizerskroon, Toelast, Vosje annex café de Kaashandel) en rond den 11 Rooden Steen 11 voorts etablissementen als het Nederlandsch Koffiehuis, Dalmeijer en Dellemarre, alsmede elders o.a. De Witte Engel, het koffiehuis De Zon aan het einde van het West aan zee, De Koophandel aan de Botermarkt op het Kerkplein, de Groote Societeit nabij het Noorder Plantsoen. Dood?

Het heeft geen zin het verleden te idealiseren, maar evenmin om het gering te schatten (maar dat is stellig ook het laatste wat Saaltink bedoelt te doen): het was mogelijk gezelliger in de Hoornse
binnenstad dan het er heden is - groei op de kaart zegt niet alles.

 Dit soort overpeinzingen kan eindeloos worden voortgezet naar aanleiding van dit boek, waarvan het niet de geringste verdienste is, dat het tot gesprek en verder vorsen inspireert. Kijk naar de kaart van Kerkmeijer uit 1924 met karakteristiek de oude huisjes, pakhuizen, gevelfragmenten, gevels zorgvuldig genoteerd, of het ontwerp uitbreidingsplan van 1908, met een verkeersweg van Veliusbrug tot Nadorst er al op, of het fragment uit de kaart van Dregterland anno 1775 met Drieboomde Cingel en Venes Laan, Galg Hoek, Swans Molen en zoveel meer.

Een prima idee, dit boek.

J. Onstenk


 

  Terug naar vorige pagina

 

Leden van de Vereniging Oud Hoorn ontvangen het Kwartaalblad op het huisadres. Losse nummers, voorzover voorradig, zijn verkrijgbaar gedurende de openingsuren van het Oost-Indisch Pakhuis.

Kwartaalbladen t/m 2000 prijs per stuk € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor leden € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor niet-leden € 7,50

Vrijwel alle kwartaalbladen zijn in te zien in ons archief in het Oud Hoorn verenigingsgebouw.
Kwartaalblad index 1979 t/m 2004, Arie van Zoonen
Samenvattingen 2002-2013, Frans Zack
Samenvattingen 2014-2024, Ben Leek
PDF versies 1979-2009 en database artikelen Kennisbank, Gerard van Stijn