Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Bekijk of download de PDF versie (15.18 MB - Opent in nieuw venster)


NB Alleen artikelen ouder dan een jaar zijn beschikbaar in het PDF formaat!
Download hier de gratis Acrobat PDF Reader.Bekijk ook: Auteursrechten

Kwartaalblad 1992 / 2   blz. 73

Geschiedenis Oud Hoorn 1 (1/3)

Auteur: Hoogeveen, Leo

“Nogmaals komt ter sprake den door den heer Kerkmeijer geuiten wensch om alhier op te richten eene vereeniging tot behoud van antieke bouwwerken. De voorzitter vraagt of de heer K. na zijn artikel in de Hoornsche Courant bewijzen van instemming heeft ontvangen. De heer K. antwoordt: ja, meerderen, een 50 tal, onder welke ook van personen buiten Hoorn. Hij zou dus willen doorgaan en de vereeniging stichten; dan is er althans een lichaam dat in deze diligent kan zijn”. Maar burgemeester De Jongh probeerde het nog een keer: “De voorzitter vraagt of het nu wel het goede tijdstip is. Enkele leden antwoorden bevestigend, andere ontkennend. De heer K. blijft bij zijn gevoelen dat men moet doorgaan om klaar te zijn als er betere tijden aanbreken. Men besluit daarom dat onze Commissie te samen met het Teekengenootschap ‘Debutade’ eenen vergadering zal beleggen op Woensdag 6 Juni e.k. in het Stadhuis en daartoe zal uitnoodigen allen die een bewijs van instemming zonden en vertegenwoordigers van de pers.
Als naam van de nieuwe vereeniging wordt door sommigen ‘Oud-Hoorn’ genoemd”.
Kerkmeijer bleek niet meer te stoppen en de gemeente zat nu bijna definitief met Oud Hoorn opgescheept.
Op woensdag 6 juni 1917, om 8 uur 's avonds, vond dan in het stadhuis de oprichtingsvergadering plaats onder voorzitterschap van burgemeester De Jongh. In de convocatie werd het omschreven als een bijeenkomst “ter bespreking van maatregelen tot het behoud van het antieke karakter van onze stad en van hare oude bouwwerken”. De uitnodiging was ondertekend door de Commissie van Toezicht op het Westfries Museum en het bestuur van het Teekengenootschap ‘Debutade’. Er waren 23 personen aanwezig, onder wie burgemeester Dibbits van Zwaag, directeur Bronsveld van de Rijks H.B.S., directeur Nooteboom van de Ambachtsschool, bestuurslid Esser van de V.V.V., de hervormde predikant Van Dorp, de architecten Faber en Cramer en enkele ondernemers.
Kerkmeijer wees in zijn rede “op de smaak, die in vorige eeuwen eigendom van alle toenmaals levenden schijnt te zijn geweest. Niet beredeneerd, niet bewust, wellicht, maar als bij intuïtie gevoelden zij de vaste wetten van orde en regelmaat die overal in de natuur geldende zijn en tot uiting komen en vonden daarom vooral hunne voortbrengselen als van zelf de juiste verhoudingen en proportiën, ze zoodoende tot kunstwerken vormende. Dit onbewuste gevoel voor het schoone is later, speciaal in de 19e eeuw, verloren gegaan, en eerst in de laatste tientallen jaren zijn ernstig willende en fijn gevoelende personen er toe gekomen om door onderzoek en opmerken die vaste wetten van orde en regelmaat in de natuur weder op te sporen en langzamerhand moeten, door opvoeding en onderwijs die wetten weder algemeen eigendom worden. Als waardevol studiemateriaal bij dezen ontwikkelingsgang kunnen, naast de natuur, vooral dienen alle overblijfselen uit die oude bloeiperiode, en deze te behouden is daarom de plicht van het thans levend geslacht”. Daarom stelde Kerkmeijer voor nu te komen tot de oprichting van een vereniging tot dat doel.
Een voorlopige commissie van vijf personen kreeg de opdracht de zaak nader uit te werken. Die bestond naast Kerkmeijer uit A. Brouwer, M. Storm, P.J. Messchaert en Jb. Faber.
Kerkmeijer verklaarde op een vraag dat het doel van de nieuwe vereniging niet alleen zou zijn het behoud van oude gebouwen, maar ook het in herinnering houden van beroemde Hoornse burgers. Bij het weren van lelijke moderne bouwwerken zou men kunnen samenwerken met de gemeentelijke schoonheidscommissie, die bij een aanstaande wijziging van de bouwverordening in het leven zal worden geroepen. Kerkmeijer zag overigens alles wat het verleden van Hoorn aangaat tot het werkterrein van de vereniging. “Ook bijvoorbeeld roerende goederen, die anders voor onze stad zouden verloren gaan”.
Soms verdwijnen oude gebouwen onverwacht uit het stadsbeeld en is sloping al begonnen voordat men kan ingrijpen. De burgemeester wees op een ministeriële aanschrijving die b. en w. verplichtten bij een aanvraag tot verbouwing van antieke bouwwerken hiervan direct kennis te geven aan het departement van binnenlandse zaken. “Onverwachte slooping is dus buitengesloten”.
Kerkmeijer bepleitte samenwerking met de plaatselijke V.V.V., die overigens door de tijdsomstandigheden weinig aktief kon zijn.
Vrijdagavond 13 juli 1917 vond om 8 uur 's avonds in het stadhuis de constituerende vergadering plaats. Op de agenda stond de behandeling van de statuten en het huishoudelijk reglement.
Veertien personen waren aanwezig; de burgemeester had afbericht gezonden. Kerkmeijer leidde de vergadering.
Het doel van de vereniging werd als volgt geformuleerd: “het behouden van de schoonheid en het in herinnering houden van het verleden der stad Hoorn en hare omgeving”.
Bij de bespreking van de middelen om dit doel te bereiken wenste kapelaan Roozen te noemen de uitbreiding der kennis omtrent Hoorns verleden en de vroegere bestemming van sommige gebouwen. Voorlichting van het publiek over dergelijke zaken zou volgens hem de belangstelling moeten doen toenemen. Lezingen en excursies zouden dat doel kunnen dienen.
Uiteindelijk werd het in artikel 3 aldus geformuleerd:
a. het verzamelen van gegevens en het verspreiden van meerdere kennis betreffende het in artikel 2 genoemde gebied;
b. het in goeden staat behouden of doen behouden van alle onroerende goederen, die kunnen dienen ter verduidelijking en illustreering van de sub a bedoelde kennis;
c. alle andere wettige middelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.
Er ontstaat enige discussie over de financiële speelruimte van het bestuur. Enerzijds wenst men bij spoedeisende gevallen en bij aankoop van antieke gebouwen of voorwerpen enige vrijheid van handelen, omdat openbaarheid zou kunnen leiden tot een hogere vraagprijs. Anderzijds vinden sommigen dat voor belangrijke uitgaven de toestemming der ledenvergadering wordt voorgeschreven. Besloten wordt deze kwestie uit de statuten weg te laten en op te nemen in het huishoudelijk reglement. Daar wordt bepaald dat het bestuur de beschikking heeft over de gewone geldmiddelen van de vereniging, maar dat voor de bestemming van buitengewone geldmiddelen als subsidies, legaten, giften, erfstellingen en andere toevallige baten de machtiging der ledenvergadering nodig is.
Midden in de vergadering wordt de heer Brouwer aan de telefoon geroepen “en keert welhaast terug met de mededeeling dat de heer H. Schottee de Vries... hem heeft verteld dat een dame te Amsterdam, die onbekend wenscht te blijven, een bedrag in geld als gift voor de nieuwe vereeniging heeft toegezegd. Dit verblijdend bericht wordt door de vergadering met applaus begroet”.

 

  Terug naar vorige pagina

 

Leden van de Vereniging Oud Hoorn ontvangen het Kwartaalblad op het huisadres. Losse nummers, voorzover voorradig, zijn verkrijgbaar gedurende de openingsuren van het Oost-Indisch Pakhuis.

Kwartaalbladen t/m 2000 prijs per stuk € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor leden € 4,50
Kwartaalbladen 2001 tot nu, prijs voor niet-leden € 7,50

Vrijwel alle kwartaalbladen zijn in te zien in ons archief in het Oud Hoorn verenigingsgebouw.
Kwartaalblad index 1979 t/m 2004, Arie van Zoonen
Samenvattingen 2002-2013, Frans Zack
Samenvattingen 2014-2024, Ben Leek
PDF versies 1979-2009 en database artikelen Kennisbank, Gerard van Stijn