Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Stadswandeling Religieuze beelden

3. Munnickenveld

kaart We lopen weer terug over de brug en gaan rechts over het smalle, groene 'kippenbruggetje'. Daarna rechts over het witte bruggetje.

(Claas Stapelshof). Dit poortje, dat nu toegang geeft tot het Claas Stapelshof, gaf vroeger toegang tot de Latijnse school in de Kruisstraat.

- Spreuk boven poort: 'Christo Duce et auspice Christo Caelo Musa Beat' ('Christus als leidsman en onder zegening van Christus brengt de muze het hemelse geluk').

Het laatste deel van de Latijnse tekst is afkomstig uit "Carmina" (IV 8.29) van de Romeinse schrijver Horatius, die uiteraard op de Latijnse school onderwezen werd. Het opschrift is een samengaan van het Christelijke en Latijnse element binnen de school.

Links van de poort zien we nog een gevelsteen:

foto rechts
Judith en Holofernes
Verbeeldt het verhaal uit het boek Judith (apocriefe geschriften)

Judith is een joodse heldin en symbool van de strijd van de joden tegen hun onderdrukking. Zij wordt doorgaans afgebeeld met in haar handen het hoofd van Holofernes, de Assyrische veldheer van Nebukadnezar die door haar onthoofd werd met zijn eigen zwaard. Het Assyrische leger had de joodse stad Betulia belegerd. Toen de inwoners op het punt stonden zich over te geven, verzon Judith, een rijke en knappe weduwe, een list om hen te redden. Ze maakte zich mooi en waagde zich met haar dienstmaagd binnen de Assyrische linies. Onder vals voorwendsel kreeg zij toegang tot de commandant, Holofernes, en stelde hem een gefingeerd plan voor om de joden te onderwerpen. Holofernes werd verliefd op haar en nodigde haar uit voor een feestmaal. Hij was van plan haar te verleiden, maar toen ze na het feest alleen waren, viel hij dronken in slaap. Judith greep snel Holofernes' zwaard en sloeg Holofernes zijn hoofd af. Haar dienstmaagd stond klaar met een zak om het hoofd in te doen. Ze liepen het kamp uit en bereikten Betulya voordat de daad ontdekt werd. De afbeelding van Judith komt het eerst voor in de middeleeuwen, als een prefiguratie van Maria die de ondeugd overwint, en wordt wel verbonden met de allegorische figuur van de nederigheid. Het bloedige verhaal van Judith was echter in de renaissance bij kunstenaars en opdrachtgevers opvallend populair. Haar overwinning maakt soms deel uit van een serie van andere, meest bijbelse vrouwen die door hun list een man overwinnen. In de kunst van de Contrareformatie drukt zij de overwinning op de zonde uit.