Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Horlogemakersvakschool Cornelis Verhagen Hoorn

Naar de Van Aalstweg in Hoorn

Door velen werd de school als een uniek fenomeen beschouwd. Toch hield de houding van de gemeente Medemblik niet over als het om ondersteuning ging. Het was sappelen voor Winnubst.

De naamplaat aan het gebouw aan de
Van Aalstweg (1967).
De gemeente Hoorn had een andere houding. Zij haalde de opleiding binnen haar grenzen door financiële steun en huisvesting aan te bieden. In samenspel met inspecteur-generaal van het ministerie van Onderwijs Goote kwam er een ondersteuningsbedrag per leerling. Aanvankelijk bood het Gezellengebouw (Huis VerLoren) aan de Kerkstraat onderdak, maar nieuwe huisvesting werd gecreëerd aan de Dr. C.J.K. van Aalstweg, naast de BB (Bescherming Bevolking) garage en tegenover de garage van Beemsterboer en korsettenatelier Maxis Ateliers N.V. Achter de school stond de koekfabriek van Wigmans & Schouten. Zoon Peter legde de eerste steen.
De school bestond uiteindelijk uit het nieuwe stenen gebouw en een houten barak ernaast, die gehuurd werd. De praktijklessen werden in de barak gegeven. Iemand die zich de tijd aan de Van Aalstweg nog goed herinnert, is voormalig leraar en oud-directeur Ad Pistoor uit Hoorn. 'Het voorste lokaal van de barak werd ook gebruikt voor tekenlessen. Heel precies tekenen kon lastig zijn door de instabiliteit van de houten vloeren.'

Horlogemakersvakschool aan de Dr. C.J.K van Aalstweg, Hoorn
In het midden het stenen hoofdgebouw aan de Van Aalstweg, links de gehuurde houten barak, uiterst rechts de BB (Bescherming Bevolking) garage. Ca. 1965 (foto: WFA).

Pistoor was twintig jaar lang leraar aan de vakschool, waarvan de laatste vijf jaar directeur - als opvolger van Eldert Scholten - tijdens het fusieproces met de school in Amsterdam aan de Postjesweg. Het was een late roeping. Hij volgde in Medemblik de horlogemakersopleiding en runde vervolgens samen met 'de oude heer' Winnubst een juwelierszaak aan de Koepoortsweg 38, hoek Drieboomlaan, in een modern pand. De winkeldeur zat tussen twee etalages aan de voorzijde, aan de Koepoortsweg. Direct achter de winkel was de woonkamer. De werkplaats was boven.
Omdat de toegang naar het centrum van Hoorn vanaf de Provincialeweg werd verlegd van de Koepoortsweg naar de Liornestraat, waren de economische vooruitzichten voor de winkel minder gunstig en openden Winnubst en Pistoor samen een zaak in Haarlem.
Zelf had Pistoor nooit gedacht het onderwijs in te gaan, maar nadat hij op verzoek van directeur Scholten uit nood was ingevallen voor de docent Anne Westerbeek, die een zwaar verkeersongeluk had gekregen, kreeg hij de smaak te pakken. Hij moest na enige tijd wél zijn bevoegdheid halen, natuurlijk in de avonduren.

 

Patat en koek

De hal met eettafel en een van de torenuurlwerken
De hal met eettafel en één van de torenuurwerken
(foto: WFA).

Er waren drie praktijklokalen: een voor de derde klas en een gedeeld lokaal voor de eerste en tweede klas. De vierde klas was ertegenover gesitueerd, naast het kantoortje van de directeur. De werktafels stonden in rijen, met lampen erop. Onder glazen stolpjes lagen de open uurwerken. Op verschillende plekken in de klas stonden schoonmaakapparaten, microscopen en regelmachines. Alle werktafels hadden laden die gevuld waren met voor iedere leerling een vaste hoeveelheid gereedschap.
In het lokaal aan de straatzijde werden de theorielessen gegeven. Ook het stenen gebouw had een theorielokaal, eveneens aan de straatkant.
Het vak lichamelijke opvoeding kreeg gestalte in de gemeentelijke gymzaal aan Achter de Vest.
Tijdens de middagpauze aten de leerlingen aan een grote tafel in het stenen gebouw. Vanaf 1969 kon dit in de nieuw gebouwde kantine, het domein van conciërge A. Bakker. Pistoor: 'Voor het inbouwen van de kantine werd een deel van het vierdeklas-praktijklokaal opgeofferd.'

Opening kantine ca. 1968
Opening van de nieuwe kantine, ca. 1968, met in het midden dhr. Winnubst (foto: WFA).

Gebouw voorzijde, ca. 1968 (foto: WFA).

De degelijke boterhammen werden nogal eens aangevuld met patat. Dan was het snel even op de Zündapp naar 't Smitje op het Grote Noord, zo herinnert Roger Tonnaer zich in zijn bijdrage in het verenigingsblad van Oud Hoorn. Andere keren ging men naar Ted: die verkocht vanuit een verbouwde oude volkswagenbus patat, niet alleen aan de omliggende bedrijven en fabrieken, maar ook aan de school. Van dit laatste was directeur Winnubst niet gecharmeerd. Of Ted maar niet meer bij de school wilde staan?
Hillebrand Peerdeman, lid van de internetwerkgroep van Vereniging Oud Hoorn en oud-leerling, herinnert zich dat er op het Keern, schuin tegenover de Technische School. een winkeltje was waar gevulde koeken, speculaaspopjes en dergelijke konden worden gekocht.
Hillebrand zat van 1963 tot 1967 op de school. 'De horlogemakersvakschool werd gezien als een gedegen opleiding en bovendien had het beroep horlogemaker aanzien en bood het goede perspectieven.'
In 1967 waren er tien eindexamenkandidaten, van wie er zes slaagden. Hillebrand was met zijn vijftien jaar de jongste geslaagde ooit. 'Dat bleef ook zo, want het volgende jaar kon je niet meer direct vanaf de lagere school naar deze school. Vanaf dat jaar werd er een vooropleiding geëist in verband met de komende Mammoetwet.'
Hillebrand werd diezelfde zomer al hulphorlogemaker bij Hinke in Grootebroek.