Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Koninklijke borrel - De 'Natte' Schermers

Receptenboek

oranjebitter
Oranjebitter

oranjebitter
Warme Punsch

Met de vierde generatie in de persoon van Johannes komt ook het eerste receptenboek voor die likeurstokerij. Een opmerkelijk boekje trouwens, want het begint met een opsomming van de "Kosten van oprichting en verandering van het perceel wijk 6, no. 288 tot Likeurstokerij". Architect Bleijs wordt genoemd evenals metselaar Kaldenbach, timmerman Meijer, koperslager Scholten en smid Gleijsteen. Voordat de eerste likeur gestookt kan worden is Johannes Schermer al 1.901,80 gulden kwijt. Wetenswaardig zijn de vermelde recepten. Zo is voor 250 liter Citroen Elixer naast 200 liter ruwe moutwijn en 14 liter voorloop (van de eerste distillatie) maar liefst 35 kilo schillen, 1 ons (!) saffraan en "Voor de kleur op 250 liter 1 flesch geele kleur uit het vaatje" nodig. Uit het receptenboek blijkt dat om de paar jaar de recepten van de belangrijke, klassieke dranken (citroenjenever, kruidenbitter en oude genever) worden aangepast.

Die azijnfabriek heeft in de tweede helft van de 19de eeuw gefloreerd. Azijn is een product van dezelfde alcohol als die gebruikt wordt voor de distillaten en likeuren. Schermer maakt azijn in hoge houten kuipen vol beukenkrullen met de bacteriën, die de wijnalcohol verzuren. Het Hoornse bedrijf levert via aanbestedingen heel wat azijn aan het Departement van Marine. Eind 19de eeuw is de concurrentie zo groot dat de azijnproductie wordt gestopt. Een ander vermeldenswaardig feit uit die tijd is de officiële oprichting van de firma B. Schermer en Zoon. Dat gebeurt op 4 december 1877. Firmanten zijn vader Barend Schermer (die 10 jaar later overlijdt) en zoon Johannes (sinds 1875 aan het bewind). In 1887 wordt ook zoon Antoon vennoot.

Kruidenazijn

Kermisgeld

De komst van de firma betekent ook de introductie van balansboeken en een uitgebreide verantwoording van personeels- en loongegevens. Uit de eerste eeuw zijn geen exacte gegevens bekend. Vanaf 1877 worden personeelskosten nauwgezet bijgehouden. Het weekgeld voor een knecht ligt in 1889 op 8,25 gulden, twee loopjongens krijgen in dat jaar elke week een kwartje, knecht Dirk Kamp vangt een gulden extra omdat hij op zondag nog in de azijnmakerij actief is. Leuk om te zien is dat de knechts op 10 augustus van dat jaar drie gulden extra krijgen. Eigenlijk wel logisch, want dan gaat de Hoornse kermis van start. Ter vergelijking: het weekloon van een knecht bedraagt in 1935 23 gulden en in 1949 54 gulden. En elke ochtend was er tot halverwege de vorige eeuw een borreltje voor alle personeelsleden.

Winkelinterieur 2006
Winkel in 2006