Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Brief van het bestuur (archief)

De Muraltdijk Gemeentelijk monument?   (20-11-2014)


Aan de Raad van de gemeente van Hoorn,
Stadhuis,
Hoorn

Onderwerp: verzoek De Muraltdijk gemeentelijke monument

Hoorn, 11 november 2014

Geachte Raad,

‘Het Achter op ’t Zand is aangeplempt in 1648 met zand en bagger uit de naast-gelegen Grashaven. De dijk er langs werd pas in 1777 aangelegd na overstro-mingen met veel schade in de voorgaande twee jaar. De gemeente wilde aan-vankelijk de Italiaanse Zeedijk verhogen, maar op voorstel van de bewoners werd toen voor dit alternatief gekozen. Het dijktalud was vroeger aan de kant van de Grashaven deels met basaltblokken verhard. Nu treffen we hier een soort betonnen trappen. Deze dateren uit 1908-’09 en zijn de eerste toepassing in Noord-Holland van gewapend beton als dijkversterking. Het werk werd in twee fasen uitgevoerd (het ene jaar 165 m en het jaar daarop eveneens 165 m) in opdracht van het Waterschap Drechterland. Deze voor die tijd zeer moderne dijkversterking heeft als zeewering dienst gedaan tot de aanleg van de Afsluitdijk (1932).’ (Tekst: Erfgoedkalender Gemeente Hoorn 2012, december).

In het Kwartaalblad van Vereniging Oud Hoorn schreef Fred R. Droste onlangs een toelichting op de bijzondere historische en waterstaattechnische betekenis van de dijk, die we voor het gemak met de naam van zijn bedenker aanduiden: De Muraltdijk. Een gedeelte uit zijn tekst:

‘Voor Achter op 't Zand te Hoorn ligt als primaire waterkering een dijk van het systeem De Muralt uit het begin van de twintigste eeuw. Het was de eerste maal dat er voor dijkbouw in Noord-Holland een systeem met gebruikmaking van ge-wapend beton werd toegepast. Hier ligt dus de eerste De Muraltdijk met trap-glooiingen in onze provincie. Elders in ons land werd het systeem De Muralt al eerder toegepast.

Jhr. Robert Rudolph Lodewijk de Muralt (Utrecht, 1871 - Den Haag, 1936) was een Nederlandse waterbouwkundige en politicus. Hij behoorde tot de familie De Muralt, een geslacht afkomstig uit de omgeving van Locarno in Zwitserland. Na de studie civiele techniek aan de Polytechnische school te Delft werd De Muralt in 1897 civiel ingenieur in Soerabaja in het toenmalige Nederlands Indië, waar
hij o.a. betrokken was bij de aanleg van spoorwegen. Vervolgens kwam hij in 1903 naar Schouwen. Van 1903-1913 was hij hoofd Technische Dienst van het Waterschap aldaar. De Muralt had al een systeem van zeeglooiingen van gewa-pend beton op zijn naam staan, twee soorten dijkglooiingen: de trapjesglooiing en de spijkerglooiing. Deze systemen waren veel goedkoper dan de gangbare basaltglooiingen. De betonnen glooiingen doorstonden de stormvloeden van 1906 en 1911 vrijwel zonder schade. Net als na de stormvloed van 1808 besloot men na de vloed van 1906 tot een algemene dijkverhoging in ons land. Ook nu kwam De Muralt met een goedkope betonnen oplossing. Hij ontwikkelde de muraltmuurtjes: een alternatieve dijkverhoging waardoor je het dijklichaam niet hoefde te verbreden. Dit betekende een enorme besparing. Tussen 1906 en 1935 werd in Zeeland ongeveer honderdtwintig kilometer zeedijk van dergelijke ca. één meter hoge betonnen muurtjes voorzien, ongeveer een kwart van alle Zeeuwse zeedijken in die periode. Na de februariramp van 1953 werden de meeste 'muraltmuurtjes' opgeruimd bij de nieuwe dijkverzwaringen. Wat er is overgebleven wordt in Zeeland nu beschouwd als historisch erfgoed.’
Tot zover Droste.

Na de renovatie van de dijk in 1996-1997 in opdracht van het Hoogheemraad-schap Hollands Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier is het onder-houd aan de dijk vele jaren verwaarloosd. Bij die restauratie is helaas ook de 17e eeuwse paalwering uit de grond getrokken. Onlangs is de dijk geschoond van wilde planten en ligt ze er weer goed bij al dienen de scheuren die de planten-groei veroorzaakte nog wel te worden hersteld.

De De Muraltdijk is in de ogen van het bestuur van Oud Hoorn historisch erf-goed. Om te voorkomen dat deze voor Noord-Holland unieke waterkering op-nieuw wordt aangetast verdient ze bescherming als gemeentelijk monument.

Wij verzoeken u als raad om een dergelijk besluit te nemen.

Hoogachtend,


E.S. Ottens M.J. Lodde-Tolenaar
Voorzitter secretaris

Deze brief is ook verzonden aan het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoorn.

 

  Terug naar Brieven bestuur