Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 15e bundel, pagina 98-105.
Uitgave:
Historisch Genootschap "Oud West-Friesland", 1940.
Auteur: A. Merens.
Verschenen in ”De Nederlandsche Leeuw”, Maandblad van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, LVIIe jaargang, afl. nr. 5 Mei 1939.
Merens
Volgens het geslachtregister „Merens” werd Mr. Meyndert Merens (generatie IV der
stamreeks in Ned. Patr. 1915) op den 3den September 1622 te Hoorn uit Jan Martensz. Merens en
Maria van Segwaert geboren. De aanteekening van zijn doop is evenwel in de Doopboeken der Groote
en Oosterkerken niet te vinden, omdat gedurende het tijdvak van 23 December 1618 tot 22 December 1624
geen aanteekeningen zijn geplaatst, zooals blijkt uit een notitie in Doopboek No. 277d., berustende
bij het Rijksarchief voor de Provincie Noord-Holland te Haarlem, luidende:
„Als ik Meester Anthonis Cornelisz. Cos ter, mijnnen Bedieninge van dese kercke betreffende het
Coster Ampt, naegelaten ende nedergelegd hadde ende Gelis Claesz. in de plaetse die bedieninghe wederom
in mijn plaetse die heeft aangevanghen den 23 December A(nno) 1618 heeft (sic), soo is hy ontslapen
en in den Heere gestorven den 9 Nov. A(nno) 1624.
„Soo is 't, dat ick wederom met gunst van mijn Heeren Burgem(eerste)r(en) in dienselve bedieninghe
van het Coster Ampt gestelt ben, als Gelis Claesz. Sa. de werelt verlaeten heeft ende alsoo, dat die
aenteyckeninghe van den doopinghe van de kinderen haer naemen hier in dit boeck niet achtervo1cht syn,
ten wylen ick dit selve Ampt niet bedient hebbe, soo hebbe ick dit (nu in deselve dienst was) wederom
aangevanghen den 22 December A(nno) 1624.”
Ik was evenwel zoo gelukkig de volgende notarieele akte aangaande deze afstamming te vinden in het
Protocol van Notaris H. van Hoolwerff te Hoorn, eveneens onder berusting in bovengenoemd Rijksarchief
onder No. 2208; zij luidt als volgt:
„Op huyden den 24 Aug(ustus) 1676 compareerden voor my Henricus van Hoolwerff, Openbaer Notaris
by den Ed. Hove van Hollandt geadmitteert, tot Hoorn residerende, present de nagenoemde getuygen de
Eerbaere Grietje Theunis doghter ende S(igneur) Pieter Etsen, Out-Commissaris, haer
broeder, mitsgaders Geertje Pilgroms Hullemans en Dr. Herman Hulleman, haer broeder,
dewelcke gesamentl(ijck) verclaren ten versoecke van den Ed(elen) H(eer)r ende M(eeste)r Burgerm(eeste)r
Meynard Merens deser Stede, wel te weten als dat den voors(egden) H(ee)r Burgem(eeste)r Merens
is een wettige zoon van Maria van Segwaert en Jan Martse Merens in sijn leven vroetschap
en Oud-Burgerm(eeste)r tot Hoorn en dat desselfs Jan Martse Merens wettige ouders zijn geweest, Jan
Joost Taemsz., alias Jan Martsz. (in sijn leven Ontfanger van des gemene lants impositie,
alhier volgens geslotene reeck(eninghe) in dato den 6 Decemb(er) 1577 haer geexhibeert en vertoont)
en Mary Theunis Verduyn, wettige doghter van Claesje Verlaen en Anthony Verduyn,
in sijn leven vroetschap en schepen alhier, gevende Grietje Theunis en Pieter Etsen
voorn(oem)t voor reden van wetenschap, als dat Mary Theunis Verduyn voors(egd) is geweest een
volle suster van Griet Theunis Verduyn, haer deposanten overgrootmoeder, welcke beyde zijn
geweest wettige doghters van Claesje Verlaen en Anthony Verduyn, gelijck deselve deposanten
nogh uyt dien hoofde met de voors-egde) H(ee)r Burgerm(eeste)r Merens ende de vrinden van de Verlaenen
en Verduynen diverse gemene graven onverdeelt sijn hebbende als uyt het extract van 't Kerckeboeck
comt te blycken, en gevende Geertje Hulleman en Docter Hulleman voornoemt voor reden van wetenschap,
als dat Jan Joost Taems, alias Jim Martsz. voorn(oem)t, man van Mary Theunis Verduyn
is geweest haer deposantes overgrootmoeders Aeght Joosten broeder, welcke Jan Martsz.
en Aeght Joosten sijn geweest wettige kinderen van Imme Jans en Joost Jan Taemsz.,
in sijn leven vroetschap alhier, waermede sy deposanten sijn eyndigende haere verclaringe, die sy
desnoots en daertoe versoght zijnde, naerder met solemndes Eeden presenter ente bevestigen.
Aldus gedaen tot Hoorn ter presentie van Wijnandt Woutersz. Bloem en Coenraet Hardi, Swartveger, als
getuygen hiertoe versoght.
A. MERENS.