Dit geheimzegel vertoont ook het wapen van de stad, doch hier aan de voeten van de
schutspatroon van de stad, de met het Lam afgebeelde Johannes de Doper. St. Jan is ook gezeten
op een gothische troon, doch in tegenstelling tot die van Maria op het zegel ten zaken,
geflankeerd door naar de heilige toegewende cherubs 13).
Op geen der zegels is het randschrift geheel en duidelijk te onderscheiden. Waarschijnlijk moet
het - beneden links te beginnen - als volgt worden gelezen: HOC EST SIGILLUM SECRETUM OPIDI
HOERNE(N)SIS.
Zegel van verband.
Hoewel dit secreetzegel in opzet hetzelfde karakter heeft als het zegel ten zaken, maakt het
een iets jongere indruk: het is groter, het is ons pas uit 1481 bekend.
Ik zou dus geneigd zijn althans de vervaardiging van het gebruikte zegelstempel te plaatsen in
de tweede helft der 15e eeuw. De mededeling van Velius 14) dat door bisschop Zweder
van Utrecht over de bouw van het koor van de parochiekerk in 1405 brieven waren gegeven "welke
melden, dat dit werk alleen ter eeren van Sint Jan Baptista gewijd is, sonder dat des stads
oude patroon Sinte Cyriacus daerin gekent werd" houdt echter de mogelijkheid in dat St. Jan
reeds in het begin van de 15e eeuw als zegelfiguur kan zijn opgetreden. De aanvang van het
randschrift wijst bovendien op een traditie, die het verbindt met het eerste stadszegel. Ook op
grond van de stijlverwantschap van beide zegels lijkt het mij waarschijnlijk, dat zowel het
secreetzegel met St. Jan, als het zegel ten zaken met Maria in het begin van de 15e eeuw
tegelijkertijd en onder invloed van de opbloei van het godsdienstig leven dier tijd zijn
ingesteld.
13) A.H.G. 318, r. 953 (1481); A.H.G. 735, r. 1214 (1499).
14) Velius p. 30.