Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van rijmen en dichten (3)

Zo hadden de liedboeken een grote plaats in het leven van die dagen. Het ligt dan ook voor de hand, dat schilderijen uit die tijd daarvan getuigen. Hoe gaarne we op deze plaats een afbeelding van een typisch Westfries gezelschap zouden afdrukken, het kan helaas niet zijn. Maar overigens hebben de Hollandse schilders allerminst nagelaten, de liedboeken de plaats te geven, die ze in het dagelijks leven innamen, en zulks zowel in deftige als in meer eenvoudige kring. De werken van genreschilders als Jan Steen, David Teniers, de gezelschapstukken van Anthonie Palamedesz, stillevens als "Vanitas" van Joris van Son, het schilderij "De Heilige Cecilia" van Michiel Coxcie (waarop het notenschrift leesbaar is weergegeven), kortom talloze werken van vele grote Noord- en Zuidnederlandse schilders, die leefden en werkten tussen 1550 en 1750, getuigen hiervan.

Jan Steen (1626-1679).

Jan Steen (1626-1679).
(Part. verzameling, Parijs)

Wij kunnen van dit genre moeilijk afstappen zonder Valerius' Gedenck Clanck te noemen. Dit lijvige boek verscheen in 1626 als historiewerk, met toepasselijke liederen tussen de tekst. Het proza geraakte in het vergeetboek, maar de liederen, tot liedboek gebundeld, zijn beroemd geworden.

Tenslotte, zoals de meeste dingen, verouderden de liedboekjes. Wel werden ze herdrukt en werden er nieuwe aan toegevoegd, maar ten laatste hadden ze hun tijd overleefd. Men zou de in het eind van de 18de eeuw verschenen "Economische Liedjes" van Betje Wolff en Aagje Deken kunnen beschouwen als een overgang naar de liedboekjes "ter Verbetering van de Volkszang" van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die in het begin van de 19de eeuw opgang maakten en verschillende malen werden herdrukt. Voor de samenstelling van deze liedboekjes werden al min of meer bekende dichters ingeschakeld, doch ook van bestaande en bekende liedjes werd nog een ruim gebruik gemaakt. Dit werd voortgezet in de tijd, die nog maar kort achter ons ligt, de tijd van "Kun je nog zingen, zing dan mee", een liederbundel, die nu alweer wordt overvleugeld door de liederboeken van de Vereniging tot Stichting van Volkshogescholen; voor zo ver we althans niet afdalen naar café-chantant-liedjes en Amerikaanse song hits ....

Het zou mij te ver voeren, uit te weiden over rijmprodukten zoals ze door nachtwachts en lantaarnopstekers, door de stadstrompetter en de torenwachter met Nieuwjaar werden aangeboden. Ook de gelegenheidsrijmen der in iedere gemeente aanwezige personen, die deze tegen een geringe vergoeding vervaardigden voor diegenen, die zelf niet in staat waren hun zegenwensen in dichtmaat uit te drukken, kunnen hier geen plaats krijgen, evenmin als talrijke andere uitingen van de volkskunst in maat en rijm zoals de "straatliederen" in het genre van "de Moord van Raamsdonk", welke liederen eveneens in dikke bundels voor ons zijn bewaard.