Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Tweede hoofdstuk: Groei (± 1400 - ± 1460)

Pagina 34

… zijn rijk ondanks de protesten van de kooplieden en schippers, die er op wezen, dat er nog maar een deel betaald was van de 9000 pd. en dat protesten bij hertog Philips niets uitwerkten. 1

Evenmin als de Hollanders c.s. hun schuld in de bepaalde termijnen betaalden, 2 evenmin hield Pruisen zich aan de gelofte van vrijgeleide, want de Hollanders werden lastig gevallen in het Ordegebied, zoodat in 1446 besloten werd den handel op de landen van den grootmeester te staken. 3

In 1447 hooren we weer van klachten en eischen van Holland, Zeeland en Friesland wegens de schade, den kooplieden dezer gewesten door burgers uit Pruisen en Lijfland aangedaan. Allereerst behandelt het klachtenregister het gebeurde in de Baai van Bourgneuf, Paschen 1443, waar de Pruisen de Hollanders overvielen en mishandelden, zoodat Meynert van Hove uit Hoorn hevig gekwetst werd. Vervolgens spreekt het over het gevangen zetten van schippers te Danzig gedurende 13 tot 18 weken en over verlies van schepen, toen ze na hun arrest in den winter huiswaarts zeilden. Jan de Goeyer verloor zijn „kraeyer”, Jacop Claesz moest zijn last overboord werpen, ter waarde van een en veertig pd. groot. „Voort so hebben dieselve poorteren van Hoorn gegeven totter taxeringe van hantgelde ende dyergelike ongelden mit die teringe van den scipperen ende sceepskinderen viertien hondert zeven en dertich pont elff. s. grote”. 4

Daenell constateert dat door oorlog en prijsstijging „das Jahrzehnt nach Beendigung des Krieges war eine Zeit der Erschöpfung und des wirtschaftlichen Daniederliegens für Holland”. 5 Al heerschten armoede en geldgebrek reeds voor den oorlog en al staat de stijging der korenprijzen slechts zijdelings met den Wendischen oorlog in verband, toch is niet te ontkennen, dat mede door binnenlandsche twisten vóór 1438 6 de opbloei van den …

1 Poelman, Bronnen II, Nos. 1776, 1792.
2 Nog in 1464 zendt Ph. een schrijven, waarin hij beveelt dat de schade door den Prins van Munster in den oorlog tusschen Holland en den hertog van Holstein en de Hanzesteden geleden, vergoed moet worden door Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen. Bij het in gebreke blijven zal het te kort op de bezittingen der burgers en eigendommen der steden verhaald worden. (Poelman, Bronnen II, No. 2335).
3 Poelman, Bronnen II, 1802.
4 Poelman, Bronnen II, No. 1853.
5 E. Daenell, Blütezeit I, p. 322.
6 H. J. Smit, Opkomst, p. 302. W. S. Unger, Econ. 1916, p. 343. „Ein gröszerer Aufschwung des Verkehrs der Holländer, besonders durch den Sund vollzog sich erst in dem Jahrzehnt von 1450-1460”. Toen kwam ook een voor het drukker verkeer geschikt type, de Kraveel, naar Spaansch-Fransch voorbeeld in gebruik. (E. Daenell, Blütezeit I, p. 433).