… landing moest bemoeilijken. Voor die palissaden werden waarschijnlijk Noordsche balken
gebruikt. 1
Herhaaldelijk wordt in de eerstvolgende jaren van strooptochten der Gelderschen gewag gemaakt. In 1512
trok hertog Karel van Gelder met 1100 man naar Amsterdam; waar hij de voorstad verbrandde en een aantal
schepen vernielde. Op den terugweg deed het leger Utrecht aan. In 1513 werden elf Hoornsche visschers
op de Zuiderzee door de Gelderschen gevangen genomen en naar Harderwijk gevoerd. Een meisje, dat zich
op een dezer schepen bevond, werd naar Hoorn gezonden om het lot der bemanning bekend te maken en den
losprijs bijeen te brengen. Door giften van milddadige stadgenooten slaagde men er ten slotte in de
boeien der gevangenen te slaken. In hetzelfde jaar kwam er een verdrag tot stand tusschen de landvoogdes
Margaretha van Savoye en hertog Karel, dat een wapenstilstand van vier jaar vaststelde.
Karel van Gelder zat in dien tijd niet stil, maar mengde zich in de Friesche zaken. Dit gewest was door
keizer Maximiliaan als belooning voor trouwe diensten aan hertog Albrecht van Saksen en zijn familie
verpand. De adel, die zich deze vernederende handelwijze niet liet welgevallen, riep de hulp in van
den Gelderschen hertog om de Saksers te verdrijven onder belofte van huldiging, als dit geschied was.
Door deze belofte verleid, trok Karel met zijn troepen Friesland binnen en veroverde in korten tijd de
voornaamste steden. Hertog George van Saksen vond hierin ten slotte aanleiding zijn rechten op het gewest
voor ƒ 100000 aan Karel, den zoon van Philips den Schoonen, af te staan (1515). De Saksische
krijgsbenden, de beruchte „Zwarte Hoop”, die, daar George van Saksen hun geen soldij meer
betaalde, naar Holland waren getrokken, werden vandaar om hun moedwil en uitspattingen verdreven en
begaven zich opnieuw naar Friesland. Een vloot met proviand zou hen vanuit Amsterdam worden nagezonden.
De Gelderschen hiervan verwittigd, zeilden deze vloot tegemoet, die op de reede van Hoorn, het anker
liet vallen.
Den volgenden dag kwam het tot een treffen met den vijand, die inmiddels met Friezen onder den beruchten
Grooten Pier versterkt was, 2 en werd er slag geleverd onder den wal van Hoorn ten aanschouwe
van de geheele burgerij, die, om op alle …